Het getuigt van enige tegendraadsheid om het jaar van de herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog vier jaar op te schuiven. Niet 1945 —thans 75 jaar geleden— maar 1949 was voor Nederland het einde van die oorlog. Voor onze noorderburen duurde de oorlog dus geen vijf maar wel tien jaar.
De bezetting van Nederland en voormalig Nederlands-Indië ging naadloos over in de dekolonisatieoorlog. Nederlandse soldaten en vrijwilligers trokken in de nazomer van 1945 naar ‘De Oost’ om de Japanners te helpen verdrijven. Maar toen zijn aankwamen, had Japan al gecapituleerd en troffen ze Indonesische opstandelingen aan. Aan de motivatie van de Nederlandse militairen deed dat in het geheel geen afbreuk. De Indonesische opstandelingen, verantwoordelijk voor de moord op duizenden Nederlanders en Indische Nederlanders, werden gezien als communisten en ‘creaturen’ van de Japanners en dienden dus met alle mogelijke middelen bestreden te worden.
Volgens historicus Peter Romijn in zijn boek De lange Tweede Wereldoorlog, een bewerking van een eerder in 2017 door hem gepubliceerde studie in het Duits, is er geen sprake van een breuklijn tussen de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog. Luidens zijn nieuwe stelling was het een ‘continuüm’. De oorlogsjaren duurden voor Nederland voort tot en met de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië op 27 december 1949. De Nederlanders waren afwisselend getuige, slachtoffer en dader met grove gewelddadigheden, genocide en oorlogsmisdaden.
Romijn betoogt dat deze tien oorlogsjaren het leven van vrijwel alle Nederlanders ‘ingrijpend geraakt’ hebben. Alleen al daarom is het noodzakelijk die tien jaar als één geheel te beschouwen.
Een voor de Nederlandse geschiedschrijving van de 20ste eeuw belangwekkende studie dat aandachtige lectuur verdient. Aantrekkelijke bladspiegel en leesletter maar zonder illustraties, bibliografie en register.