Ryszard Krynicki (1943) is één van de dichters van de ‘Nieuwe golf’ die begin jaren zeventig de jongeren in Polen inspireerden in navolging van de mei ’68 beweging. Zijn tot nu laatste bundel publiceerde hij in 2015. De poëzie van Krynicki is sterk beïnvloed door zowel zijn afkomst (hij is geboren in een nazi--werkkamp in Oostenrijk), als de éénpartijstaat waarin hij een groot stuk van zijn leven leefde. In zijn kritische, geëngageerde gedichten komen thema’s aan bod zoals waarheid en leugen, de concentratiekampen, de cesuur, de mensenrechten, het milieu en worden de hypocrisie van de politieke macht en de ‘leugenachtigheid van het officiële discours van het communistische regime’ (p.108) aan de kaak gesteld. Zoals de titel van deze bloemlezing aangeeft: ‘de in afzondering afgelikte /nooit te helen wond van de waarheid // als was zij de meest gênante ziekte’ , citaat uit ‘Jij zult niet meer genezen van de haat’ (p.40) ), of het gedicht ‘Waarheid?’ : ‘Wat is dat, waarheid? / Waar heeft zij haar zetel? / Waar zetelt haar bestuur? / Waar haar raad van toezicht? / Waar zetelen haar juristen?’ (p.88) en ‘Wisten wij waarachtig niet’ (p.14). Erg positief klinken deze gedichten niet ‘want zowel de oorlog als de vrede // hebben ons niet veel geleerd’ (Niet veel, p.60). Taal en poëzie zijn een instrument van het vrije denken en dienen om de strijd met de leugen aan te gaan. De gedichten zijn gebald, soms herleid tot een aforisme. ‘De macht lijdt aan hoogtevrees / hoe hoger ze klimt,/hoe meer ze vreest ter aarde neer te dalen’ (Hoogtevrees’, p.63). Die gebaldheid uit zich ook in het gebruik van de haiku als dichtvorm (‘Haiku’s van de vorige winter, pp.92-93). De taal, de poëzie is dikwijls ironisch, maar ook cynisch. Bijvoorbeeld: een foto van een meisje in topje ‘tegen de achtergrond van de wijd geopende/ decoratieve deurtjes// van de verbrandingsoven / in Mauthausen’ (‘10 mei 2008’, p.91) of zoals hij zelf schrijft in ‘’Zoete, onschuldige”: ‘Zoete, onschuldige woorden, / zoete, volle zinnen,/ uit zoete, zacht/afgeronde komma’s/druppelt zuiver // gif’ (p.81). Voor deze bloemlezing, vertaling en commentaar werkte René Smeets samen met Maarten Tengbergen en Kris Van Heuckelom. Naast een Woord vooraf door R. Smeets over de dichter en zijn werk, met de toepasselijke titel ‘Ryszard Krynicki: puntige poëzie met een precieze pen’, is er achterin commentaar voorzien bij de afzonderlijke gedichten. Kris Van Heuckelom verzorgde de uitleiding ‘Het veelzeggende zwijgen van de dichter’ over het zwijgen in de teksten van Krynicki en het zwijgen als persoonlijkheidskenmerk van de dichter. Deze honderd gedichten brengen een zeer goed beeld van de dichter Krynicki, die de eigen ervaringen en de maatschappelijke problematieken op zo’n wijze aan de kaak stelt, dat zij niet enkel een kritische getuigenis vormen op deze periode in de geschiedenis, maar ook een universele boodschap brengen. In de bundel is tevens de Poolse tekst van de gedichten opgenomen.