Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.
‘Verhalen en ontboezemingen’: zo omschrijft Kees ‘t Hart de inhoud van zijn boek ‘Victorien, ik hou van je’. Vaak gaat het om herinneringen, ‘mijn madeleine is een mitrailleur’ (p. 78), maar evengoed om ‘een oefening in uitstel. Daar ben ik goed in’ , zoals hij het hier even aan voorafgaand in het verhaal ‘De mitrailleur’ weet te duiden. In het titel- en openingsverhaal van de bundel raakt ‘t Hart gefascineerd door de herinnering aan de liefdesverklaring die tussen 1980 en 1992 op een van de ijzeren bogen van de brug aan de Waalkade bij Nijmegen te lezen stond. Wie Victorien was – in werkelijkheid heette ze Victorine – wordt snel duidelijk. ‘t Hart denkt terug aan zijn eindexamenfeest in 1964 bij Victorine en haar zus Evelien. Het mooie aan de zoektocht van de auteur zit hem in deze bedenking: ‘Het niet willen weten ook, omdat kennis het geheim beschadigt.’ (p. 20) Hoe dan ook, werkelijkheid en fictie lopen door elkaar heen. Of de auteur dan ook echt een tip van de sluier licht als hij in zijn correspondentie met een studente vermeldt dat hij ‘inderdaad in Nijmegen een keer een liefdesverklaring aan een meisje op een muur heeft geschilderd’ (p. 38) doet er al bij al weinig toe. Wat primeert bij ‘t Hart is de manier waarop hij omgaat met herinneringen en die in een fictionele tekst gaat verwerken. Anekdotiek (de optredens die hij samen met Toon Tellegen verzorgt noemt hij ‘een reportage’) en meer doorleefde benaderingen (bijv. het reeds geciteerde verhaal ‘De mitrailleur’, waarin kindertijd en heden met elkaar worden vervlochten) geven het geheel een eigen toonaard. Boeiend zijn ook de verwijzingen naar zijn eigen Bildung als schrijver, o.a. over de invloed die auteurs als Gorter, Bordewijk, Thomas Mann… op hem hebben uitgeoefend. Over Gorter bijv. luidt het: ‘Gorter schreef geen vraag- en aanbodgedichten, zoals verreweg de meeste Nederlandse poëzie nu, hij schreef poëzie die poëzie mogelijk maakte, hij bood poëzie aan, aanbodspoëzie, om taal mogelijk te maken, taal die ongehoord en dus leesbaar was. Geen consumententaal.’ (p. 151) In het spoor van zijn grote voorbeelden gaat Kees ‘t Hart zijn eigen weg als schrijver. De verhalen en ontboezemingen in ‘Victorien, ik hou van je’ laten je als lezer vaak monkelend meekijken in wat hem als mens en als auteur blijvend bezighoudt.
kunsttijdschriftvlaanderen.be gebruikt technische cookies die noodzakelijk zijn voor de werking van de website.