“Disoriëntaties” is de circulaire debuutdichtbundel van de jonge schrijfster Evi Aarens (2000) en omvat 211 sonnetten, verdeeld over 14 ‘Cirkels’ van telkens 15 sonnetten, met het sonnet ‘Disoriëntaties’ als afsluitend 211e sonnet. Elk sonnet begint met het laatste vers van het vorig sonnet. De eerste versregel van elke Cirkel is meteen ook de laatste versregel van het veertiende sonnet. Het vijftiende sonnet is opgebouwd uit de 14 eerste versregels van de sonnetten uit de Cirkel, met uitzondering van de eerste versregel uit het eerste sonnet, dat de laatste regel vormt. Samen goed voor 210 sonnetten. Het 211e afsluitende sonnet, “Disoriëntaties”, is opgebouwd uit alle eerste regels van de 14 Cirkels: ‘Ik ga naar buiten om de tuin te zien / Het lukt mij niet de waarheid te ontlopen / Er is geen Heer die ik vrijwillig dien / Ik durf geen tel meer op de tijd te hopen / Mijn sneue schoot heeft bloed en schuld gebaard / Ons kind is dood, zijn broer bij de barbaren / Ik bracht een misdaad voort die nooit verjaart / Genade is als leugen te sterven // Voor wie ik liefheb wil ik fabuleren / Ik schrijf sonnetten voor de moordenaar / Als medicijn om onheil te bezweren / Ik ben een vrouw, het schip dat ik bevaar / Zeilt op een zee gemaakt van moedertaal / Een rib vervloekt tot eeuwig oerschandaal’. Thematisch behandelen de 211 sonnetten de schepping, de creatie van man en vrouw en de zondeval, de broedermoord tussen Kaïn en Abel, de toren van Babel, de ontvoering van Europa, de migrantencrisis en de toekomst van Europa. Deze thema’s worden verweven met referenties naar de klassieke oudheid, de westerse literatuurgeschiedenis en worden verheven tot universele thema’s omtrent het bestaan, de man/vrouwverhouding, het samenleven, oorlog, de taal, macht en politiek. De stijl varieert van speelse wendingen (‘Ik sta hier als een boerentrien / Een vent heeft mij zonet ontkleed gezien’ (Derde cirkel, 13, (de zondeval)) tot krachtige, tragisch geladen zinnen (‘Ons kind is dood, zijn broer bij de barbaren’ (Zesde cirkel, komt meermaals voor door de circulaire opbouw (Kaïn en Abel)). Ook de eigen poëtica komt aan bod. Evi Aarens is geboren en groeide op in Londen als dochter van een Engelse moeder en een Nederlandse vader. Als protest tegen de politieke ontwikkelingen in Engeland in 2016 begon ze in het Nederlands te schrijven. Deze vingeroefening groeide uit tot een obsessie en resulteerde in ‘Disoriëntaties’. In het 13e sonnet van de Veertiende cirkel verwoordt zij dit als volgt: ‘Een episch dichtwerk zonder eindaccent / Wordt door een jonge vrouw gepresenteerd / Zij ging in quarantaine als student / En heeft al schrijvende een taal geleerd / Haar preoccupatie is een virus / Dat als een virulente koningin / Inbreekt bij de literaire clerus / Die schertsen met haar ronde kettingzin’ (p. 256). De sonnetvorm, de virtuositeit van de verzen, de circulaire opbouw, het wijzigende vertelperspectief, de talrijke referenties naar het Oude Testament, de Griekse mythologie, de literatuurgeschiedenis en de actualiteit en de taalrijkdom maken van “Disoriëntaties” een dichtbundel die zich als ‘pageturner’ laat lezen. De dichtbundel is de eerste van vijf boeken die samen de Europapentalogie vormen. Deze pentalogie zal verder bestaan uit Fausta (een gedicht in 33 canto’s, verwacht in 2024) en drie romans (verwacht in 2022, 2025 en 2027).