Enkele jaren geleden verwierf The Phoebus Foundation een reeks schilderijen met de voorstelling van het leven van de H. Dimpna. Ze dateren uit de vroege zestiende eeuw en vormen een geheel. Dankzij de zorgvuldige restauratie ervan kon onder meer ontdekt worden dat deze panelen werden besteld door abt Antonius Tsgrooten, vierendertigste overste van de premonstratenzerabdij van Tongerlo misschien samen met zijn kamerheer pater Willem Sapels. Zij staan namelijk samen afgebeeld in wat grisailletinten op de achterzijde van een van de luiken van deze eigenlijke polyptiek. De abt zelf is geknield, is een gebed uit een brevier – een hulselboek – aan het prevelen dat hij in zijn handen draagt en kijkt op naar twee heiligen die op het tegenovergestelde paneel zijn geschilderd: Dimpna en Lucia. De cisterciënzermonnik Sapels staat recht. Hij houdt de parafenalia van de abt vast: mijter en kromstaf. Het wapenschild van Tsgrooten hangt aan de muur van een nis waarin de figuren zijn gekonterfeit. Die nis loopt door over het andere paneel waarin de heilige vrouwen met hun attributen zijn weergegeven. Dankzij die restauratie en wat opzoekingen konden de schenker(s) worden geïdentificeerd en kon hun levensverhaal worden neergeschreven. Meteen werd aangetoond dat de reeks panelen voor dit klooster waren bestemd. Daar bestond ongetwijfeld ook een verering van de Geelse heilige. De aanmaak van deze acht panelen, waarvan nog steeds één stuk spoorloos is, gebeurde tijdens het hoogtepunt van de verering van deze heilige. Ze werden uitgevoerd door de kleinzoon van Roger van der Weyden, namelijk Goossen van der Weyden. Deze kunstschilder, die niet de topkwaliteit van zijn grootvader bereikte, kan als een voortreffelijke meester uit de latere vijftiende - begin zestiende eeuw worden omschreven. Deze wat minder bekende Brusselse kunstenaar werkte hoofdzakelijk in Lier en later in Antwerpen, waar hij na het overlijden van zijn vrouw huisbewaarder werd van het refugehuis van het hoger genoemde klooster. Tussen de abdij en hem was er dus zeker een relatie. De voorkant van de aangekochte panelen stellen het miraculeuze levensverhaal van de heilige Dimpna voor, waaronder haar doop, het overlijden van haar moeder, het huwelijksaanzoek door haar vader, de ontdekking van haar schuiloord, (het paneel met haar marteldood is spoorloos), het vinden van haar lichaam en de translatie. De achterzijde van enkele vertonen sporen van het leven en marteling van de H. Lucia. Nu de restauratie van de panelen voltooid is, worden ze nog tot bijna eind augustus 2022 tentoongesteld in de kooromgang van de Sint-Dimpnakerk in Geel.
Bij die restauratie en die tentoonstelling werd een monumentaal boekwerk samengesteld en uitgegeven. Zo’n twintig specialisten brengen een dertigtal bijdragen die diverse aspecten van die schilderijen belichten. Uiteraard komt het levensverhaal van deze sint aan bod, maar evenzeer de pedigree van de werken, het verhaal van de opdrachtgever, de biografie van de kunstenaar, een stilistische interpretatie, een historische situering, de iconografie, de symboliek op de werken, de kledij en de voorwerpen enz. Het zijn steeds uiterst interessante artikels, soms kort, soms lang. Zo’n monumentale uitgave kon natuurlijk niet zonder illustraties. Ze zijn nodig, maar ze zijn er. Uiteraard werden de panelen afgebeeld, volledig en vele details ervan, maar evenzeer heel wat illustraties ter ondersteuning, ter vergelijking. Ze zijn alle meer dan keurig afgedrukt. Op die manier is het boek niet alleen een wetenschappelijke en grondige studie van de aangekochte panelen, van de kunstenaar enz., maar ook een aangenaam kijkboek. Beide, tekst en afbeeldingen, gaan er hand in hand. Een harde kaft, het correct inbinden en de vormgeving ondersteunen dit indrukwekkende boek. We hadden natuurlijk wel in zo’n monumentale uitgave een grondige en uitgebreide bibliografie en een index verwacht. Desondanks, mag het gerust prijken tussen de standaardboeken over Vlaamse kunst.