In opdracht van ‘Te Gek!?’ schreef Hannelore Bedert de novelle ‘Bruna’. Bedoeling van ‘Te Gek!?’ is maatschappelijke en psychologische problemen bespreekbaar te maken en op die manier het taboe dat erop rust, te doorbreken. In ‘Bruna’ gaat het specifiek om alcoholverslaving. Hoofdfiguur in de novelle is Laure, prof psychologie, gelukkig getrouwd, moeder van twee kinderen. De harmonie die zij heeft weten te op te bouwen tussen professionele besognes en de zorg voor haar gezin, wordt bruusk verstoord als het derde kind in het gezin korte tijd voor de bevalling in de moederschoot afgestorven is. De novelle opent met een beklijvende scène: Laure ontdubbelt als het ware als ze tijdens de bevalling zichzelf van bovenaf waarneemt en beseft dat zij, net als haar overleden kind, gebroken is. Het breken heeft ongekende consequenties voor haar, ‘ik kijk naar mijn man en voel niks’, ze zoekt troost en vergetelheid in de drank. In haar steeds uitzichtlozer wordende situatie komt verandering als ze, na een bezoek aan het warenhuis om weer eens een nieuwe voorraad flessen in te slaan, aangesproken wordt door Bruna, een excentriek geklede en opzichtig opgemaakte tiener die geen blad voor de mond neemt: ‘Ik ken jouw soort’. Wat volgt is een door Bedert mooi opgebouwd spiegelverhaal: de tiener die haar moeder verloren is door de drankverslaving, de moeder Laure die haar kind verloor. Bruna heeft er zich doorgeslagen en leert Laure langzaam, maar overtuigd van haar gelijk, inzien dat er nog een toekomst mogelijk is zonder drank. Ook al vanuit het spiegelperspectief speelt hier het gegeven dat Laure, die als prof psychologie de theorieën die ze doceert, niet op zichzelf weet toe te passen, bijna letterlijk de les wordt gespeld door Bruna. Het jonge meisje dat de volwassen vrouw zelfs meesleurt naar een dancing (de bevrijding die van de dans kan uitgaan!), oordeelt noch veroordeelt, grijpt even terug naar eerder voor de hand liggende uitspraken als ‘soms moet je hulp durven vragen’ , maar legt dan direct weer bloot waar het in wezen om gaat: ‘Jij, mijn moeder, iedereen die het lef niet heeft om hulp te vragen. Want dat is het juist: je hebt lef nodig om je trots opzij te zetten.’ (p. 82) Even nadrukkelijk als de psychologische benadering van het personage Laure – haar schuldgevoel dat zij haar kind niet levend op de wereld heeft kunnen zetten – wordt diep ingezoomd op wat Bruna heeft meegemaakt, ‘ik wil niet aangeraakt worden. Een aanraking wil ik zelf beslissen, zelf onder controle hebben.’ (p. 103) Het is de verdienste van Hannelore Berdert dat zij van ‘Bruna’ geen larmoyant verhaal heeft gemaakt, maar in de mate van het mogelijke en haalbare een mooie novelle heeft geschreven.