Eva Taylor-Tazelaar vond een groot aantal brieven aan en van haar moeder Sabine, daterend uit de periode voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Aan de hand daarvan reconstrueert ze het levensverhaal van haar moeder.
Na de bezetting van Nederland werd Sabine koerierster voor het verzet. Op 28 april 1943 werd ze opgepakt. Later bleek ze verraden te zijn geweest. Haar lijdensweg bracht haar eerst naar de gevangenissen van Amsterdam, Utrecht en het doorgangskamp van Amersfoort. Van daaruit werd ze naar de concentratiekampen Ravensbrück en Mauthausen getransporteerd. De jonge Sabine kreeg de stempel ‘Nacht und Nebel’ opgedrukt, waardoor ze officieel niet meer bestond.
Voor de samenstelling van haar boek kon schrijfster gebruik van een opmerkelijke bron: de brieven van de Duitse crimineel Franz Jozef Gebele die toezichter was in het KZ van Mauthausen in Oostenrijk. Dankzij zijn toewijding en zorgen kon Sabine het beruchte kamp overleven. Uit de brieven blijkt tevens wat de gevangenen er allemaal te verduren kregen. Deze brieven geven een uitzonderlijke en fascinerende inkijk in het dagelijkse leven in het kamp. Sabine besefte ten volle dat ze haar leven aan deze gerechtelijk veroordeelde te danken had. De dolverliefde bewaker bezorgde haar voedsel, kledij en medicijnen. Tevens hield hij andere bewakers van haar weg. Deze Gebele trad op als haar beschermengel.
Na haar bevrijding hernam Sabine gedurende een tijd haar onbezorgde leven van voor de oorlog, en trad nadien twee maal in het huwelijk.
Mooi verzorgde uitgave met aantrekkelijke bladspiegel en leesletter. Met flappen en illustraties. Register ontbreekt.