Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.

Zoeken  Genre 

 TitelAuteurDatum
Achter het glas Onno Kosters 01/07/2025
Artus Quellinus. Beeldhouwer van Amsterdam Bieke van der Mark (red.) 01/07/2025
Breken is bouwen. Vijfenzeventig jaar Vijftigers Graa Boomsma 01/07/2025
Het verhaal van Mevrouw Berg. Novellen (vert. Liesbeth Huijer) Ingvild H. Roshoi 01/07/2025
Over antieke wegen, een pelgrimage Rosita Steenbeek 01/07/2025
Napoleon en de paus. Het Concordaat van 1801 Pierre Trouillez 01/07/2025
Verborgen levens. Wat de nieuwste vondsten ons vertellen over de Vikingtijd (vert. Catalien en Willem van Paassen) Eleanor Barraclough 01/07/2025
De lijdende mens. Perspectieven op lijden, schuld en troost bij het boek Job Christophe Vekeman, Désanne van Brederode e.a. 01/07/2025
De ontdekking van de nacht Guy van Hoof 01/07/2025
Leo XIV. Apostel van de vrede Samuel Pruvot 01/07/2025
De mango van Mao. En ander fruit dat geschiedenis schreef (vert. Heijo Alting) Federico Kukso 23/06/2025
Een kwestie van uitvoering. De gemeente Amsterdam onder Duitse bezetting Jeroen Kemperman 23/06/2025
Voor God en den Congo! Het wel en wee van een afvallige Witte Pater (1880-1957) Wilbert Smulders 23/06/2025
De sprong in het licht. Marlow Moss (1889-1958) Florette Dijkstra 23/06/2025
Nog altijd storm (vert. Miek Zwamborn) Peter Handke 23/06/2025
De 44 beste gedichten van de Herman de Coninckprijs 2025 Erwin Jans e.a. 23/06/2025
De kortste geschiedenis van China (vert. Pon Ruiter) Linda Jaivin 23/06/2025
Seks, drugs en rock 'n' roll in Rembrandts tijd Benjamin B. Roberts 23/06/2025
Dievenland. Overleven in de middeleeuwen Janna Coomans 23/06/2025
Best of Buitengewoon Belgisch Bouwen 10. De 50 beste woningen uit 10 jaar ‘Buitengewoon Belgisch Bouwen’ Frank Berckmans en Grégory Mees 23/06/2025
12345678910...Laatste

De grote zomer. Vertaald uit het Duits door Lucienne Pruijs

Ewald Arenz
De grote zomer. Vertaald uit het Duits door Lucienne Pruijs
Nieuw Amsterdam, 2022, 303 blz., EUR 23,99
ISBN: 9789046829615

“De Werther had ik altijd saai gevonden, maar op dat moment, in die telefooncel op die stille zonnige middag, werd ik vanbinnen zo door elkaar geschud dat ik ineens begreep dat sommige mensen op een gegeven moment deze orkaan vanbinnen niet meer uithielden.” Frieder Büchner is een prille adolescent die de familievakantie aan zich ziet voorbijgaan omdat hij de proefwerken latijn en wiskunde moet overdoen. Hij trekt in bij zijn grootouders om te studeren onder de strenge voogdij van opa, een schijnbaar kille maar indrukwekkende biochemicus en laboratoriumdirecteur. Op een dag maakt hij kennis in het stedelijk zwembad met Beate, een betoverende verschijning die hem leert de angst te overwinnen om van een hogere plank te duiken. Het betekent voor de verliefde jongen het begin “van die ene zomer die alles verandert”. Het fenomeen van een eerste liefde, de ontregeling, de hoogtes en laagtes, de pijnlijke en euforische onbeholpenheid is geen nieuw literair gegeven. Ivan Toergenjev en Alain Fournier wisten ervan, en met ‘Terug tot Ina Daman’ gaf Simon Vestdijk het onverwoestbare genre een gedenkwaardige Nederlandse invulling. Auteur en gymnasiumleraar Ewald Arenz (net als Frieder was hij zestien in 1981) maakte een lichte en toch enigszins uitgediepte bewerking van het onderwerp. Opvallend bij Arenz is de uitgesproken aandacht voor de geluiden en geuren, de zomerse achtergrond van deze verliefdheid (“De wijn en de rozen in de andere tuin, Johanns sigaret en Beate naast me …de geuren vermengden zich tot een zomernachtparfum”). Er is ook de jeugdige solidariteit tegenover een plots vreemde volwassen wereld.  De “bende van vier” bestaat, behalve uit Friedrich en Beate, uit de iets oudere zuster Alma, die in een bejaardentehuis werkt, en vriend Johann die na de dood van zijn vader in een psychose belandt. Dat zal Frieders relatie met Beate op scherp zetten. De oude en geheimzinnige liefde in moeilijke omstandigheden van de grootouders werkt als “repoussoir” voor al die exclusieve gevoelens van jeugdige verliefdheid,  en suggereert – de zomer is die van 1981 – dat het leed van de Tweede Wereldoorlog nog lang niet vergeten is. Jeugdig jargon als megatof, gigagroot, keigaaf of cool zorgen dan weer voor een tijdgebonden parfum.   Psychologisch geloofwaardig is de aanwezigheid van de dood en het besef van voorbijgaan  in dit verslag van een prille verliefdheid (Frieder denkt vroegwijs “dat in alle begin, altijd al het einde besloten lag”). Het verhaal van de zomer wordt telkens onderbroken door korte, cursief gedrukte teksten waarin Frieder, veel later en in een melancholische herfststemming, een graf opzoekt dat halverwege het boek dat van zijn overleden grootouders blijkt te zijn en niet dat van Beate, zoals een op romantische tragiek beluste lezer aanvankelijk misschien had vermoed. Goethes Werther is van 1774. Dit is 1981 en de wereld van deze jongeren zou “keicool” moeten zijn. Al lukt dat niet altijd. Zeker niet als de vier vrienden besluiten om samen een grafperceel te kopen.

[Johan De Haes - 05/08/2022]