De journalist Bart Vanacker richtte ‘Tijdreizen’ op, dat monumenten en erfgoed een tweede leven wil geven via verhalen, beelden, video’s en tours. Een van de projecten is het voorliggende John Cockerill, waarin Vanacker het verhaal van de Keizer van de industriële revolutie tegen de ruimere historische achtergrond presenteert.
John Cockerill (1790-1840) was de zoon van de Britse machinebouwer William Cockerill. Deze bouwde tijdens het Frans bewind in Verviers een machinefabriek en de eerste functionerende spinmolen op het vasteland. John nam op drieëntwintigjarige leeftijd samen met zijn broer de fabriek van zijn vader over. De broers kochten het voormalig buitenverblijf van de prins-bisschop van Luik in Seraing en bouwden er een cokeshoogoven, die gebruik maakte van de steenkool van de regio. Vooral John ontwikkelde Seraing tot het eerste geïntegreerde industriële complex met cokeshoogovens, staalgieterijen, walserijen, smederijen en constructiewerkplaatsen. Hij ging over tot de massaproductie van ijzer en staal en mettertijd ook kant-en-klare stoommachines, locomotieven en spoorwegmaterieel. Cockerill ging daarvoor leningen aan bij koning Willem I. Na de Belgische Revolutie van 1830 was hij dan ook een tijd lang een spilfiguur binnen het activistisch Luiks orangisme. Om den brode ontwikkelde hij een haat-liefdeverhouding met het jonge België, wat hem geen windeieren legde. Hij leverde de rails en de locomotieven voor de eerste spoorwegen in het land. Maar voortdurend had hij liquiditeitsmoeilijkheden en financiële schulden door steeds opnieuw te investeren of opportuniteiten te zoeken. Rond 1838 smolt het vertrouwen van de investeerders in zijn ondernemingen. Cockerill besloot om in Rusland opnieuw te beginnen. Op weg daarheen stierf hij in Warschau 49 jaar oud. Na zijn dood werd zijn onderneming omgevormd tot een naamloze vennootschap. Enkele decennia later was zijn dubieus financieel einde vergeten, kreeg hij standbeelden en begon de legendevorming.
Het boek is geen systematisch opgezette biografie. Vanacker geeft veeleer een verslag van zijn zoektocht naar John Cockerill. Het werk bestaat uit korte hoofdstukken, waarvan de wervende titel gevolgd wordt door een plaatsaanduiding en datering. Dat is nodig, want de auteur wijkt soms af van de chronologische lijn. Hij doorspekt zijn verhaal met het verslag van zijn zoektocht naar de overgebleven sporen van Cockerills activiteiten in het industrieel erfgoed en hij bezocht dan ook tal van locaties ter plaatse.
Vanacker kadert het levensverhaal van John Cockerill in het grotere verhaal van de industriële revolutie en concretiseert zijn relaas met citaten uit de eigentijdse bronnen. Hij vertelt ook beknopt het vervolg van de bedrijfsgeschiedenis met alle roemloze overnames tot op de dag van vandaag en de ontmanteling van de laatste hoogoven te Seraing in het begin van de 21ste eeuw.
Bart Vanacker schrijft begrijpelijk en aarzelt niet populaire zinswendingen te gebruiken. Het boek is geïllustreerd met zwart-witillustraties, waaronder degelijke kaarten, niet onbelangrijk om de vele transnationale activiteiten van de Cockerills te volgen. Een stamboom vooraan en achteraan een bibliografie en een notenapparaat vervolledigen dit leesbaar werk over de pionier van de industriële revolutie in ons land en ruimer in Europa.