De vierde eeuw of hoe het christendom staatsgodsdienst werd van historicus Wim Jurg dateert oorspronkelijk van 2009 en is nu aan zijn op de bibliografie na ongewijzigde derde druk toe. Jurg vertelt in een lineair chronologisch verhaal wat de ondertitel zegt: hoe het christendom staatsgodsdienst werd.
Aan het begin van de 4de eeuw was het christendom nog een vrij kleine godsdienst, maar kreeg het politieke invloed. Aan het einde van de eeuw was het staatsgodsdienst, die geen andere godsdiensten naast zich duldde, met gevolgen tot op de dag van vandaag. Het christendom behield die positie tot de moderne tijd. Pas de Franse Revolutie voerde de scheiding van Kerk en Staat door, maar daarmee was de invloed van het christendom geenszins uitgespeeld in moderne staten, getuige confessionele partijen en confessioneel onderwijs.
Anders dan de christenen, waaronder de invloedrijke kerkhistoricus Eusebius, het later voorstelden, was de staatsgodsdienst worden geen onvermijdelijke evolutie. Wim Jurg wil laten zien hoe het christendom die dominante positie kreeg, en dan nog wel in de machtige Romeinse staat. Daarbij heeft hij veel aandacht voor de mensen en voor de historische toevalligheid dat het ook totaal anders had kunnen verlopen.
Wim Jurg structureert zijn verhaal volgens de opeenvolgende machthebbers, waardoor het boek ook een politieke geschiedenis van de 4de eeuw wordt. Er gaat noodzakelijkerwijze nogal wat aandacht naar de opeenvolgende Romeinse keizers en hun usurpatoren. Eerst schetst Jurg de situatie van het Romeinse Rijk in de 3de eeuw en de hervormingspoging van Diocletianus, die verantwoordelijk was voor de laatste systematische christenvervolgingen. De net niet heilige keizer Constantijn zorgde voor tolerantie en geloofsvrijheid met het Edict van Milaan (313) en in de traditie van pontifex maximus kwam hij als eerste keizer tussen in religieuze geschillen tussen christenen onderling. Hij verplaatste de hoofdstad van Rome naar Constantinopel om afstand te nemen van het heidense Rome. Maar zijn beeld omgeven met de lauwerkrans van Apollo of de Sol Invictus prijkte nog eeuwen op de stichtingszuil in het tweede Rome. Constantijns opvolgers namen meer en meer afstand van de heidense praktijken, met uitzondering van Julianus Apostata of de Afvallige, die zich bekende tot de oude goden. Aan het einde van de 4de eeuw wist Theodosius de Grote nog eenmaal het hele rijk te verenigen en kondigde hij vier edicten (391-392) af, waarin het offeren voor de oude goden werd verboden. Na zijn overwinning bij Frigidus in 394 was in het Romeinse Rijk het christendom de enige toegelaten godsdienst. Tempels werden omgebouwd tot kerken. Heidense feesten werden gekerstend.
In zijn verhaal heeft Wim Jurg veel aandacht voor de politiek-religieuze kwesties en de binnenchristelijke verschillen tussen katholicisme en arianisme. Hij baseert zich op de recente wetenschappelijke literatuur, maar keert ook regelmatig terug naar de primaire antieke bronnen. Het boek wordt afgesloten met een deel over bronnen en literatuur en een register. Zoals steeds bij Uitgeverij Damon is het boek fraai uitgegeven met leeslint. Wel had een stamboom van de verschillende keizersdynastieën nuttig geweest voor de lezer.