Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.
‘Natuur’ behoort tot een reeks thematisch opgevatte poëziebundels (eerder verschenen al edities rond ‘Liefde’ en ‘Rouw’) waarvoor uitgeverij De Bezige telkens een beroep doet op gevestigde namen die dan instaan voor de selectie van de gedichten. Marieke Lucas Rijneveld tekent door de ‘Natuur’-editie. De gedichten volgen grosso modo de gang van de seizoen, beginnend met een aantal winterverzen om finaal (weer) uit te monden in de lente. Vooraan staat ‘Meditatie’ van Lieke Marsman, dat gelezen kan worden als een alles overkoepelend gedicht over natuurpoëzie: ‘ik sluitmijn ogen / en stel me de dag voor waarop ik 65 word / en alleen nog maar ongeëngageerde natuurpoëzie schrijf / van alles losgezongen / (...)/ ’ (p. 9) Vaak ontlenen de gedichten die verder in de bundel aan bod komen, hun zeggingskracht aan de doorleefde beschrijving van de omgeving en de manier waarop die een impact heeft op het gemoed van de dichter. Jacqueline E. van de Waals schrijft bijv. over een verstild winterlandschap en eindigt met de vraag: ‘Wat hemel loop ik onder? / Ik vouw de handen en aanbid / Dit grootsche, stille wonder.’ (p. 10) In zijn keuze is Rijneveld duidelijk op zoek gegaan naar gedichten die meer te bieden hebben dan de ‘afbeelding’ van de natuur. Telkens is er dat ietsje meer waardoor de gedichten een inkijk bieden op wat de dichter/dichteres beroert. Het ‘Voorjaarsgedicht’ van Rutger Kopland vertrekt van ‘deze lente’, van ‘vage beloften van het einde / van de kou’, maar gaat in wezen over zijn liefde voor de jij in zijn leven. Hoe dan ook, er staan mooie, treffende verzen in deze bloemlezing. Ik denk aan Mieke van Zonneveld (‘alle dingen zijn zo vol verwachting en / mijn handen nog verlangensleeg / zo open vergeefs’), Leonard Nolens (‘Als wij,de grote mensen, moe zijn / Van het praten, / Van het praten, / Van het praten met elkaar, / Gaan wij de tuin in en verzwijgen ons / In de kat, in het gras, in het kind.’), aan Miriam Van hee (met het enig mooie gedicht ‘Reeën’), aan een ‘klassieker’ als ‘Zwerversliefde’ van A. Roland Holst (‘Veel liefde ging verloren in de wind, / en wat de wind wil zullen wij nooit weten’) of ‘Herfst’ van Vrouwkje Tuinman (‘In de vorm van bot geknipte, kale takken plant ik / een belofte’) ‘Natuur’ is een kleine, maar rijke bloemlezing die je als lezer het best bij mondjesmaat proeft.
kunsttijdschriftvlaanderen.be gebruikt technische cookies die noodzakelijk zijn voor de werking van de website.