De Vlaamse classicus en filosoof Joris Tulkens ontpopte zich tot een productieve schrijver van historische romans, die zich meestal afspelen in de 16de eeuw tegen de achtergrond van het humanisme, de reformaties en de Europese expansie. Nu verschijnt van hem Het Adrianusdossier. Tulkens bouwt zijn historische misdaadroman op rond de figuur van paus Adrianus VI. Hij inspireerde zich op de Adrianusbiografie van de Nederlandse theoloog Twan Geurts, De Nederlandse paus. Adrianus van Utrecht. 1459-1523 (2017²).
De in 1459 geboren Adrianus Floriszoon was de zoon van een timmerman uit Utrecht. Hij studeerde vermoedelijk aan de Latijnse school in Zwolle en vervolgens theologie in Leuven, werd priester en rector van de universiteit aldaar, vervolgens opvoeder van keizer Karel V en diens stadhouder in Spanje en kardinaal van Tortosa. Na de Medicipaus Leo X, die Luther in de ban had gedaan, kozen de kardinalen in conclaaf de zelf niet aanwezige Adrianus op 9 januari 1522 tot paus. Adrianus, beïnvloed door de Moderne Devotie en door de tien jaar jongere Erasmus, was in het Rome van de renaissance niet welkom. Hij besefte dat hervormingen in de kerk noodzakelijk waren, maar maakte zich met zijn plannen daarvoor en zijn ascetische levensstijl bij de curie en de Romeinen weinig geliefd. Na een pontificaat van amper zeshonderd dagen (1522-1523) bezweek hij moegestreden onder de druk van zijn opdracht, wat onderkend werd in zijn Latijnse grafschrift: ‘Ach, wat hangt er veel van af in welke tijd ook de beste man zijn werk verricht.’
Het gegeven van als paus in een vijandig milieu terecht te komen en zijn vlugge dood in de zomer van 1523 zijn voor Tulkens de elementen om zijn roman rond op te bouwen. De lezer denkt aan de parallel met de plotse dood van paus Johannes-Paulus I na een pontificaat van 33 dagen in september 1978, waarover ook allerlei complottheorieën circuleren.
Tulkens laat Adrianus’ persoonlijke secretaris Dirk van Heeze een dossier over hem samenstellen in functie van Adrianus’ imago voor het nageslacht. Daartoe verweeft de auteur telkens de gebeurtenissen van de laatste weken van het pontificaat (5 augustus – 14 september 1523), verteld door Dirk van Heeze, met brieven, waarin oude bekenden van Adrianus getuigenissen over diens leven aanleveren. Adrianus blijkt niet enthousiast over dat plan, Van Heeze voelt zich niet gewaardeerd en tussen beide vrienden groeien spanningen. Er raakt bekend dat de secretaris in zijn verbindende commentaarteksten de wandaden in Vaticaanse kringen aan de kaak stelt. Sommige in Van Heezes dossier genoemde kardinalen willen dat hij het dossier zou vernietigen. Door list en toeval verzeilt het dossier in de Lage Landen, waar het begin 21ste eeuw terug boven water komt en gelezen kan worden.
Joris Tulkens maakt zijn reputatie als schrijver van historische romans waar. Hij kent de historische periode en personages goed en weet de gebeurtenissen aanneembaar te maken. Hij slaagt er goed in de tijdscontext en de Realpolitik van de 16de eeuw te schetsen.
Twee bijlagen, ‘Wat gebeurde er na Adrianus’ dood met de belangrijkste personages van dit boek’ en ‘Termen die een woordje uitleg verdienen’, sluiten deze spannende historische misdaadroman af, die treffend het milieu rond Adrianus tijdens de eerste decennia van de 16de eeuw in beeld brengt.