Na “Moord en Doodslag” volgt “Galg en Rad”. De Nederlandse jurist en rechtshistoricus Frans Thuijs publiceerde eerder “Moord & doodslag in drie eeuwen rechtsgeschiedenis”. Nu verschijnt van hem “Galg & Rad” waarin hij “Verhalen uit de geschiedenis van de lijfstraffelijke rechtspleging” vertelt en kritisch tegen het licht houdt.
Zoals zijn vorige publicatie is dit boek een verzameling rechtszaken van werkelijk gebeurde ‘misdrijven’, de plegers ervan en hun bestraffing, opgelegd door het Amsterdamse gerecht. De bundel bestrijkt de tijdspanne vanaf de jaren 1530 tot aan het einde van de 18de eeuw.
Hoewel de aanpak grotendeels dezelfde is, is de invalshoek toch enigszins anders. In het vorige werk wilde Thuijs het gangbare beeld over de strafrechtspraak in het verleden, zoals gekend uit visuele bronnen met hun niets aan de verbeelding overlatende gruwelijkheid, nuanceren door te wijzen dat het geen ongebreidelde willekeur was. In deze bundel focust hij meer op de onmiskenbaar aanwezige juridische discriminatie. Justitie was een instrument van de heersende klasse en de manier waarop het recht werd gehandhaafd en toegepast, betekende naar de hedendaagse maatstaven de criminalisering van velen. Hij wijst op de schending van de toenmalige regels en moraal. Het is wrang dat de eigentijdse regelgeving werd genegeerd, met de voeten werd getreden of wel héél elastisch werd toegepast ten bate van het ego, de carrière of het persoonlijk gewin van diegenen die aan het roer stonden.
De auteur groepeert de geselecteerde tweeënveertig rechtszaken in zes groepen ‘criminele’ feiten: kleine criminaliteit en geweld (11), dienstmeidenrumoer (4), moord en doodslag (8), zedenmisdrijven (6), bedrog (8) en oproeren en aanslagen (5). Elk van die groepen zaken leidt hij beknopt in.
Waar het gaat over een eenvoudige diefstal, dan is er geen discussie over dat er sprake was van ‘kleine criminaliteit’. Maar aan de zelfkant gebeurde er van alles en dat varieerde van zaken met een – in onze ogen – onbenullig begin of een licht vergrijp tot een catastrofaal einde, zoals verbanning of doodstraf. Het ging dikwijls van kwaad tot erger of met ander woorden kleine oorzaken konden door criminalisering van lichte vergrijpen en de discriminatie in de rechtspraak grote gevolgen hebben. Met dat in het achterhoofd vertelt Thuijs het verloop van al die weerhouden zaken en stelde zich tot doel te achterhalen wat feitelijk plaatsvond uitgaande van de gerechtelijke stukken die bewaard bleven. Daarbij geeft hij commentaar of plaatst hij licht ironisch vraagtekens tussen de regels door.
Het vroeg soms heel wat archivalische speurzin, zonder dat de afloop altijd bevredigend achterhaald kon worden. Thuijs geeft, waar nodig, historische toelichting binnen het verhaal of citeert uit de primaire bronnen. Lay-outmatig wordt dit aangeduid met inspringende tekst in een ander corpus. Het werk wordt afgesloten met een uitgebreid notenapparaat, waarin de auteur verwijst naar de vindplaatsen van alle casussen en van de achtergrondinformatie. Frans Thuijs ontsluit zo op onderhoudende wijze een kleine vijftig strafrechtshistorische zaken uit het vroegmoderne Amsterdam in een vlot leesbare bundel.