In november 1945 begon in het grotendeels onbeschadigd gebleven gerechtsgebouw van Neurenberg het grote proces tegen de overlevende nazikopstukken. Om de vele tientallen journalisten en schrijvers uit 28 landen onder te brengen, dienden deze naar elders uit te wijken. In de door de geallieerden fel geteisterde stad was er immers een groot gebrek aan beschikbare leef- en slaapruimte. De horde verslaggevers diende uit te wijken naar het naburige dorp Stein. Daar bevond zich ook het onbeschadigd gebleven kasteel van de adellijke familie Faber-Castell (eigenaars van de befaamde potlodenfabriek).
Over het leven van de Neurenberg-journalisten en aanhang handelt het vlot geschreven en informatieve boek van de Duitse publicist Uwe Neumahr. Hij geeft ons een inkijk op het slot en de interactie tussen de vele gasten die er verbleven, zolang het proces duurde (november 1945-oktober 1946). Op het einde van het proces begon de Koude Oorlog zich al duidelijk af te tekenen.
Onder de logés bevonden zich onder meer Martha Gellhorn, John Dos Passos, Rebecca West, Erika Mann (dochter van, die haar Duitse vaderland en de inwoners ervan intens haatte en weigerde Duits te spreken), William Shirer (de beroemde Amerikaanse journalist), Alfred Döblin (de Duitse schrijver in Frans uniform) en Willy Brandt. Er werd veel geklaagd over de huisvesting —het kasteel was dringend aan restauratie toe— en het slechte eten. Het is niet duidelijk of dat laatste aan de kwaliteit van het geleverde voedsel lag of de wraak was van de kok. Deze, Arthur Kannenberg, was immers chef van Hitlers Rijkskanselarij in Berlijn geweest.
De processen maakten een diepgaande invloed op degenen die ze bijwoonden. Dat kon men ook merken aan de schrijfstijl van de verslaggevers. Om van de gruwelijkheden die men overdag in de rechtszaal vernam, enigszins te herstellen, werd er ’s avonds in het slot stevig gedronken, geflirt, gedanst, geschaakt en gebiljart.
De vele belangstellenden, die verslag deden van dit nooit eerder vertoonde proces hadden zeer uiteenlopende achtergronden, motieven en agenda’s. In twaalf afzonderlijke hoofdstukken schetst Neumahr ons een schitterend beeld van evenveel journalisten en schrijvers. Hij behandelt vragen zoals waarom deze mensen het proces bijwoonden, wat ze schreven en wat ze na de procesdagen zowat uitvoerden. Het eigenlijke proces staat hier enigszins op de achtergrond. Zo krijgen we een voortreffelijk beeld van de interne keuken van de Steiner kasteelbewoners. De vele door auteur verzamelde sfeertekeningen en anekdotes zijn alvast een voltreffer. Niet te verbazen dat het boek in Duitsland in korte tijd uitgroeide tot een non-fictie bestseller.
Met illustraties, eindnoten, bibliografie en register. De leesletter mocht ietsjes groter geweest zijn.