Tussen 2013 en 2020 publiceerde Uitgeverij IJzer – in 10 delen, samen 3831 pagina’s – de prozageschriften van Richard Wagner in Nederlandse vertaling van Philip Westbroek. Alle delen zijn door de vertaler voorzien van een inleiding waarin wordt ingegaan op biografische, historische en culturele achtergronden, alle delen zijn ook voorzien van een uitgebreid – en uitstekend – voetnotenapparaat. Deze Nederlandse reeks is de meest uitgebreide publicatie van Wagners geschriften in een andere taal dan het Duits.
Dat indrukwekkende titanenwerk rondt Westbroek nu af met een overkoepelende blik op het geheel van Wagners geschriften, een inkijk in diens werkkamer waar de auteur jarenlang met beide voeten in stond en die hij door het minutieuze vertaalwerk als geen ander van binnenuit kent. In vijf hoofdstukken volgen we de verschillende ontwikkelingsfasen van Wagners opvattingen die hij in een imposante reeks esthetische, filosofische, cultuur- en maatschappijkritische teksten wereldkundig maakte. Tegen de achtergrond van biografische wederwaardigheden en historische gebeurtenissen, en geïnterpreteerd vanuit belangrijke cultuurhistorische en/of levensbeschouwelijke vragen die Wagner op dat moment bezighielden, wordt ingegaan op de belangrijkste thema’s die hij in zijn geschriften behandelt en wordt onderzocht wat die geschriften ons kunnen leren over de betekenis van zijn opera’s en muziekdrama’s.
Dat maakt dit boek zonder meer tot een schitterende omvattende thematische en systematische inleiding op niet alleen Wagners literair proza, maar dus ook op zijn werk voor het muziektheater. Dergelijke inleiding is zeker geen overbodige luxe want heel wat liefhebbers van zijn muziek zijn wellicht nauwelijks of zelfs helemaal niet vertrouwd met zijn literaire werk. Bovendien zijn de geschriften van ‘de meester’ ook wel bijzonder taaie materie terwijl ze toch onontbeerlijk zijn voor een goed begrip van zaken. Wellicht ook zijn velen niet erg geneigd te beginnen aan de lectuur ervan omdat het nu eenmaal een reusachtige berg moeilijke literatuur is waar men zich niet zomaar vlotjes doorheen baant. Maar voor wie het aan moed ontbreekt om de stap te zetten is dit het goede nieuws : net zo goed als inleiding op Wagners proza is dit boek van Westbroek een uitstekende samenvatting : iedere paragraaf, zonder uitzondering, begint met ‘Samenvattend …’ en ieder hoofdstuk, zonder uitzondering, wordt afgesloten met een overkoepelend beschouwend Slotwoord.
Geschreven met meer dan grondige kennis van zaken; bijzonder verhelderend. Een must voor Wagnerliefhebbers die dieper willen graven, voor hen die zijn theaterwerken ook echt willen doorgronden vanuit de politieke, cultuurpolitieke, filosofische, religieuze, ethische en esthetische ideeën die er aan ten grondslag liggen.