De biografie "Oppenheimer" verscheen al in 2006 onder de titel "American Prometheus" in de Verenigde Staten, maar werd pas kortgeleden in het Nederlands uitgebracht naar aanleiding van de gelijknamige verfilming en het winnen van een aantal Oscars. Het boek zelf werd al kort na verschijnen met de Pulitzer Prize bekroond. Het biografenduo Kai Bird en Martin Sherwin beschikte over een overvloed aan bronnenmateriaal, naar verluidt 50.000 A-4 bladzijden aan interviews, transcripten, brieven, dagboeken, officiële documenten en stevig uitgewerkte FBI-dossiers. Martin Sherwin aanvaardde de biografie-opdracht in 1980, maar raakte danig verlamd door de veelheid aan informatie, plus de heftige emoties van de door hem geïnterviewde tijdgenoten, dat hij na twintig jaar nog geen letter op papier had staan. Collega Kai Bird schoot hem te hulp en samen brachten ze het werk tot een goed einde. Een dikke, gedetailleerde biografie van zevenhonderd dichtbedrukte bladzijden is het geworden. Het boek bevat onder meer drie hoofdstukken over de hoorzittingen in 1954 waar Oppenheimer zich moest verdedigen tegen onterechte beschuldigingen van Sovjet-spionage. ‘Weinig mensen uit het openbare leven zijn zo nauwlettend gevolgd’. Sommige ondervragingen worden in het boek letterlijk weergegeven. Wat zorgt voor spannende lectuur.
Robert Oppenheimer had een fascinerend karakter; hij kon bot en arrogant zijn maar ook gevoelig en begripvol. ‘De vader van de atoombom’ was een persoonlijkheid en verenigde licht en duisternis in een persoon. Briljant, charismatisch natuurkundige, estheet, filosoof, die tijdens de oorlog in de woestijn van New Mexico leiding gaf aan het wetenschappelijke team dat de atoombom ontwikkelde. De verschrikkelijke bom die Hitler moest verjagen en een einde diende te maken aan alle oorlogen. Toen bleek dat de atoombom niet meer tegen Duitsland zou ingezet worden omdat de oorlog in Europa afgelopen was, bleek Japan het nieuwe doelwit te zijn. Maar in tegenstelling tot de Duitsers waren de Japanners niet bezig met het ontwikkelen van een eigen nucleaire bom. Verschillende wetenschappers tekenden toen protest aan maar Oppenheimer weigerde de petitie aan de regering te overhandigen. President Truman wist dat de Japanners zich wilden overgeven maar had geen zin om met hen over de voorwaarden te onderhandelen, en drukte op de knop.
Later pleitte Oppenheimer voor nieuwe internationale regels, voor openheid over kernwapens. Hij verzette zich tevergeefs tegen de ontwikkeling van de nog meer verwoestende eigenschappen van de waterstofbom. Een ontmoeting met Truman liep af met een sisser. ‘Oliedom’ noemde hij Truman later. Een ‘jankerd’, klaagde de president. Zelf was Oppenheimer nooit partijlid van de communistische partij. Wel had hij vrienden die communist waren, en hij doneerde geld aan de extreemlinkse republikeinen tijdens de Spaanse Burgeroorlog.
Kortom een spannend levensverhaal dat uitliep op een tragisch einde. Met illustraties, uitgebreide bibliografie en register. Wel jammer voor het minuscule lettertype.