Museum No Hero in Delden zal voor de meeste, zo niet alle Vlaamse kunstliefhebbers, vrijwel onbekend zijn. Ook Delden, net zover van het beter bekende Enschede, deed bij mij geen belletje rinkelen. Ik vroeg de catalogus aan omdat ik eerder in Museum de Fundatie in Zwolle en in het Drents Museum in Asse verwante tentoonstellingen bezocht. Een kleine introductie van het museum dat nu uitpakt met de tentoonstelling ‘Beeldhonger – Hunger nach Bilden. Neue Wilde & Neue Leipziger Schule’ is wel op zijn plaats. Museum No Hero is ruim vijf jaar geleden ontstaan uit de internationale kunstverzameling van Geert Steinmeijer. Werken van Rietveld, Penck, Heyboer, Armando, Visser, Corneille, Hirst, Gestel en Lüpertz zijn in de collectie opgenomen. Maar naast Nederlandse en Duitse kunst is er ook een omvangrijke collectie Chinese en Vietnamese kunst te bewonderen. Het museum is gevestigd in een 18de-eeuws landhuis dat onderdeel uitmaakt van Landgoed Twickel, waar ook een beeldentuin gecreëerd werd.
Beeldhonger- Hunger nach Bildern belicht de samenhang tussen de Neue Wilde uit het West-Duitsland uit de late jaren 70 en de Oost-Duitse Neue Leipziger Schule. Na de Tweede Wereldoorlog werd Duitsland opgesplitst. Daardoor volgde de ontwikkeling van de kunst in beide Duitslanden andere wegen. In de Bondsrepubliek Duitsland sloot de hedendaagse kunst nauw aan bij de toonaangevende Verenigde Staten: abstractie en conceptuele kunst werden de norm. In de DDR werd de kunst door de staat gebruikt als propagandamiddel voor het communisme. Het Socialistisch Realisme en dus ook figuratief schilderen werd de norm. Toch groeien beide stromingen naar elkaar toe. De beweging van Neue Wilde, kunstenaars uit de Bondsrepubliek en West-Berlijn, breken met de dwang van conceptuele kunst en abstractie en grijpen terug naar een ruwe vorm van expressionisme, geïnspireerd door de kunstenaarsbeweging Die Brücke, actief aan het begin van de 20ste eeuw. De economische crisis in de DDR zorgde dan weer voor minder staatsopdrachten voor kunstenaars en dus voor grotere vrijheid. De Neue Leipziger Schule met als voornaamste vertegenwoordiger Neo Rauch brak internationaal door met figuratief werk dat baast in een bevreemdende sfeer. De tentoonstelling besteedt, net als de interessante essays van Ralph Keuning en Erik Lips in de catalogus, aandacht aan de gemeenschappelijke inspiratiebronnen van Neue Wilde en Neue Leipziger Schule: de romantiek met bv de theatraliteit van Caspar David Friedrich en van de grote vooroorlogse Duitse schilders als Lovis Corinth, Max Beckmann, Paula Modersohn Becker en Otto Dix. De tentoonstelling omvat meer dan 80 werken, waaronder bekende namen als Tilo Baumgärtel, Rainer Fetting, Rosa Loy, A.R. Penck en Neo Rauch. De rijk geïllustreerde tweetalige (Nederlands en Duits) catalogus wordt afgesloten met beknopte biografieën van de deelnemende kunstenaars en een technisch overzicht van de tentoongestelde werken. De tentoonstelling loopt nog tot en met 12 oktober 2024. Ik ga zeker kijken.