Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.
“Vienna” (2005) is het debuut van de Oostenrijkse Eva Menasse. Het is een in hoge mate autobiografische roman over drie generaties joodse familieleden in het na-oorlogse Wenen. De centrale figuur, als daarvan al sprake zou zijn in deze waterval van verhalen, is de vader van de vertelster die, hoe afstandelijk ook, bij de familie hoort. Het personage is getekend naar Hans, de vader van de auteur Eva en haar schrijvende halfbroer Robert Menasse. Hans Menasse kon als achtjarige op Kindertransport naar Engeland vertrekken, waar hij in een pleeggezin werd opgenomen. Hij debuteerde als voetballer bij Luton Town en versierde na zijn terugkeer een tweetal caps bij het Oostenrijkse Wunderteam. Hij was “de zoon van een joodse vertegenwoordiger in wijn en gedistilleerd en een katholieke Sudeten-Duitse die de kerk de rug had toegekeerd.” Sport vulde het leven van grootvader en vader, die samen een wat louche zaak uitbaatten. Ze smokkelden en verkochten sportartikelen aan allerlei sporters op bezoek uit het Oostblok. Hun burgerlijke aspiraties en sociale contacten waren de keerzijde van hun zwijgen en hun onwil of vrees om de geschiedenis van hun familie en die van Oostenrijk uit te klaren. Toch bleven er vragen. Waarom moest vader het land verlaten en hoe hadden de grootouders de Jodenvervolging overleefd? Niet “de davidster met het gouden profiel van Franz Joseph” maar de “smetteloze Ahnenpass” van de “Arische” grootmoeder had hen gered. Vader huldigde nadien het levensmotto “de bal is rond”. “Hij bedoelde daarmee zichzelf, het leven, zijn houding ten opzichte van het leven.” Toch waren er tegenstemmen die deze familieverhalen betwistten. Er was de broer van vader met zijn linkse sympathieën en een broer die de Popelnik-affaire uitspitte. Deze Felix Popelnik, nationale held en grondlegger van de Oostenrijkse ski-triomfen, bleek met een naziverleden besmet. De onderbouwde onthulling maakte van de klokkenluider een nationale nestbevuiler. Elke familiebijeenkomst, waarbij de definitie van “jood” een heikel thema was, zorgt voor eindeloze ruzies en de vernietiging van “de knusheid van ons sagenerfgoed”. Eva Menasse heeft dit pijnlijke bewustwordingsproces en de al even menselijke onderdompeling in “mythische familieverhalen” met verve en humor getekend, nota bene in de stad waar een andere Weense Jood de verraderlijkheid van het geheugen had blootgelegd. De verhalen en personages buitelen over elkaar, wat het voor de lezer, ook al door het ontbreken van een stamboom, boeiend maar soms behoorlijk ingewikkeld maakt. Maar dat was het leven ook voor deze mensen die in de stad waar zij vervolgd werden, nu samenleefden met bewoners die met hun donkerste geschiedenis nog niet in het reine gekomen waren.
kunsttijdschriftvlaanderen.be gebruikt technische cookies die noodzakelijk zijn voor de werking van de website.