In zijn 35-jarig dichterschap publiceerde Joris Iven (1954) een tiental dichtbundels. Met de Parnassusreeks wil Uitgeverij P een bloemlezing brengen van hedendaagse dichters. Dit is nr. 23 in deze reeks, waar Dirk de Geest voor de inleiding zorgde. Aan de bloemlezing is de bundel ‘In de bas-fond van een aartsengel – Ongepubliceerde gedichten’ toegevoegd.
Voor Dirk de Geest is Joris Iven een “eigentijds romanticus”, gestuurd door zijn verlangen, zijn dromen en idealen, maar hij beseft als geen ander dat die slechts gedeeltelijk en voorlopig gerealiseerd kunnen worden. Die fundamentele tweespalt tussen ideaal en werkelijkheid is wat hem voortdrijft, maar tegelijk ook wat hem frustreert.” (p.6) “Romantisch is de obsessie met het onvolmaakte van het bestaan en de niet te stillen honger naar het absolute. Poëzie is in dit kader een toevluchtsoord, dat als alternatief voor de banale wereld geldt. De titel van deze bloemlezing, Onderdak, verwijst dan ook niet toevallig naar het beroemde vers van J.J. Slauerhoff: Alleen in mijn gedichten kan ik wonen, / Nooit vond ik ergens anders onderdak.“ (p.8) Dirk de Geest verwijst ook naar Ivens beschouwing “Over poëzie en verlangen” – na te lezen op de website van de dichter - , waar deze zijn visie op poëzie uit doeken doet: een plaats om momenten te bewaren, waarbij de dichter verschijnt als ‘iemand die intens het moment beleeft, maar tevens de ruimere samenhang van verleden en toekomst blijft zien. De dichter is een volle deelnemer aan het historische kader waarin hij leeft maar hij is tevens een buitenstaander, iemand die zich in het schrijven aan de onmiddellijkheid weet te onttrekken.’ (p.8) Joris Iven kwam tot zijn poëtica door vertalingen van en recensies over buitenlandse poëzie. Dirk de Geest behandelt verder bundel per bundel, waardoor de lezer een goed inzicht verwerft in de (evolutie van de) poëzie van Joris Iven en de selectie die de auteur leverde voor dit deel in de Parnassusreeks, poëzie bedoeld voor een breed publiek. Deze uitgave kan hier enkel toe bijdragen.