Op 3 oktober 1574 – net vierhonderdvijftig jaar geleden – werd Leiden ontzet na een belegering van bijna een jaar door het Spaanse Leger in de beginfase van de Opstand. Door het doorsteken van de dijken en inundaties moesten de Spanjaarden opbreken en kon de geuzenvloot, die proviand meebracht voor de uitgehongerde bevolking, de stad invaren.
Leiden herdenkt dat ontzet jaarlijks op 3 oktober met een grootse re-enactment van het feestelijk binnenhalen van de geuzen en met hutsepot, haring en wittebrood. In de stad herinneren straatnamen, standbeelden en gedenktekens aan de historische gebeurtenissen en hoofdrolspelers en in het stadsmuseum worden iconische topstukken bewaard.
Archeoloog Ruurd Kok ging op zoek naar ‘Sporen van Drie Oktober. Tastbare herinneringen van beleg en ontzet van Leiden’. Het boek is een spin-off van een gelijknamige documentaire en een maandkroniek in het ‘Leidsch Dagblad’. De auteur zocht in en om Leiden naar zichtbare sporen uit de tijd van het beleg en het ontzet en naar plekken waar belangrijke gebeurtenissen plaatsvonden. Originele sporen uit de tijd van beleg en ontzet zijn na vierenhalve eeuw schaars, maar het meest zichtbare spoor is zonder meer het landschap en het stratenpatroon, het net van historische wegen en waterlopen, die de mogelijkheden en beperkingen van de toenmalige oorlogsvoering bepaalden.
Kok behandelt zeventien sites, die vooraan op twee historische kaarten duidelijk worden gesitueerd. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een beknopte verantwoording. De locaties worden gepresenteerd in de chronologische volgorde van de gebeurtenissen die zich daar hebben afgespeeld. De beschreven plekken beslaan een langere periode dan het feitelijke beleg en lopen van de eerste geweldsuitbarstingen tijdens de Beeldenstorm tot de mythevormingen en de wederopbouw na het beleg.
De auteur heeft ook oog voor de minder heroïsche gevolgen van de oorlog voor de Leidse regio: kloosters die door soldaten werden leeggeroofd of door de stad in beslag werden genomen, dorpskerken die afbranden, boerenhoeves die werden verlaten door boeren wier land onder water was gezet. Het zijn sporen van geweld, verlies en onrecht, sporen waar niemand trots op was en die gidsen nooit haalden. Ze moeten aan elkaar worden gepuzzeld uit archeologische vondsten, afbeeldingen, kaartmateriaal en een enkele geschreven bron. Door interdisciplinaire samenwerking kan de auteur die sporen duiden.
Ruurd Kok vertelt de verhalen omtrent deze sporen vanuit verschillende perspectieven met veel aandacht voor de gevolgen van de strijd voor de burgerbevolking. Die sporen kunnen helpen een voorstelling te maken van de oorlog, het beleg en het ontzet. Door de duiding van het openluchtarchief blijft de geschiedenis levend. De auteur eindigt met verdere archeologische onderzoeksperspectieven.
De gids zet aan om zelf te gaan kijken naar de sites in en rond Leiden die worden beschreven. Het in vierkantig formaat uitgegeven boek is fraai geïllustreerd met kleurenfoto’s en wordt vervolledigd met een literatuurlijst en een register op geografische namen en op personen. Het werk zou een soortgelijke publicatie over Antwerpen anno 1585 kunnen inspireren.