Kunsthistoricus Arjan den Boer publiceerde eerder onder andere ‘150 jaar Nederlandse Spoorwegaffiches’ (2021), dat hem inspireerde voor dit nieuwe boek: ‘Theodor Sanders 1847-1927’. Daarin zet hij ‘De vergeten compagnon van Berlage’ in de schijnwerpers.
Theodor Sanders was lange tijd enkel maar de architect bij wie de gekende Hendrik Petrus Berlage als bouwkundig tekenaar zijn carrière begon en wiens compagnon hij gedurende vijf jaren was. Terwijl Berlage een beroemdheid werd, raakte Sanders in vergetelheid. Zijn naam werd nog slechts in bijzinnen vermeld in publicaties over Berlage. Hij zou spoor- en tramwegen interessanter hebben gevonden dan architectuur en het ontwerpen al snel volledig aan Berlage hebben overgelaten, zodat hij soms als assistent van Berlage wordt vermeld. Arjan den Boer stelt dat beeld grondig bij door uit te zoeken wie Sanders eigenlijk was, in welk netwerk hij opereerde en wat hij betekende voor zijn tijd.
Sanders werd geboren in Amsterdam, studeerde bouwkunde in Delft en architectuur in Wenen, maar ontpopte zich tot spoorwegingenieur, ondernemer, bestuurder, publicist en politicus. Hoewel zijn vader met Abraham Kuyper de gereformeerde zuil had opgericht, bekeerde de jonge Theodor zich al vlug tot een vrijzinnig sociaalliberalisme. Als progressief-liberaal streed hij zij aan zij met zijn vijftien jaar jongere echtgenote Cateau Huidekoper voor geboortebeperking, vrouwenkiesrecht, arbeidersrechten en onderwijsvernieuwing.
Sanders droeg bij aan de opbloei die Amsterdam eind 19de eeuw doormaakte. Met internationale zakenpartners bouwde hij panorama’s die leerzaam vermaak boden aan Amsterdammers, Kopenhagers en Parijzenaars. Als spoorwegondernemer legde hij tram- en lokaalspoorwegen aan. Zijn ‘Noord-Hollandsche Tram’ ontsloot het Waterland en bracht het toerisme naar Marken en Volendam. Hij werkte in heel Nederland, in Kopenhagen en zelfs op Sicilië, waar hij de aanleg van de nog altijd bestaande spoorlijn om de Etna begeleidde. Hij zette zich in voor alle mogelijk technische, economische en maatschappelijke vooruitgang.
Den Boer reconstrueert het leven en werk van deze 19de-eeuwse ondernemer aan de hand van archiefstukken, publicaties allerhande en tal van andere bronnen, waaruit hij citaten benut, en ondernam een queeste naar alle plekken waar Sanders werkte en woonde.
Hij structureert zijn werk op originele wijze. Elk hoofdstuk hangt hij op aan de locatie van een werk en een jaartal en in elk hoofdstuk plaatst de auteur een zakenpartner, medestander, tegenstrever, vriend of familielid naast Sanders, zodat ook zijn groot netwerk binnen de Nederlandse en de hoofdstedelijke elite van de late 19de eeuw aan bod komt.
Den Boer zet een beeld neer van Sanders als een man met een rotsvaste overtuiging en een man wiens ondernemingen belangrijk waren voor de technische en maatschappelijke vooruitgang. Door zijn compromisloze houding liep Sanders de nodige teleurstellingen op, zodat hij zich rond zijn 65ste uit het openbare leven terugtrok en omwille van zijn gezondheid verhuisde naar zijn zoon in Engeland, alwaar hij op 79-jarige leeftijd overleed.
Het boek is fraai uitgegeven met relevante kleurenafbeeldingen. Vijftig bladzijden noten, een literatuurlijst, een bibliografie van en uitgevoerde bouwwerken door Sanders en een register vervolledigen dit werk, dat beslist een hiaat in de cultuurgeschiedenis opvult.