Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.

Zoeken  Genre 

 TitelAuteurDatum
De waarheid heeft vier gezichten. Hoe we het publiek debat kunnen redden Simon Truwant 27/10/2025
Koorboeken aan de Maas (1500-1540). Johannes van Deventer en een groep van koorboeken tussen Nijmegen en Luik Johan Oosterman (red.) 27/10/2025
Laat varen alle hoop. Nederlandse gevangenen in Mauthausen Gerben Post 27/10/2025
Erfgenamen. Opgroeien in de schaduw van de oorlog Olof van Joolen & Ilan Sluis 27/10/2025
Legends of Amsterdam. Tijdreizen door 750 jaar Amsterdam (vert. Astrid Meijn) Harrison May 27/10/2025
De vergeten veldslagen van de Lage Landen Mart de Kruif, Tom de Kruif en Théon Minten 27/10/2025
Een klein land vol geschiedenis. Vergeten verhalen uit alle provincies Lars Boon en Axel Stam 27/10/2025
Zij die gaan sterven. De gladiatoren van Rome (vert. Maaike Post en Arjen Mulder) Harry Sidebottom 27/10/2025
Mannetje van de krant. Een persoonlijke biografie van Jan Blokker Jan Blokker jr. 27/10/2025
Achter de donkere wouden Aleksandr Skorobogatov 17/10/2025
Negentien Negentien Aline Sax 17/10/2025
Totale mobilisatie en andere essays Ernst Jünger 17/10/2025
Mijn zus en andere liefdes (vert. Ineke Lenting) Esther Freud 17/10/2025
Belaagd Christian de Coninck 17/10/2025
Omerta Pol Dehullu 17/10/2025
Thuis bij Ter Borch. Kunstenaarsfamilie in Zwolle Beatrice von Bormann, Sanne van de Kraats, Gerdien Verschoor en Marjorie E. Wiesema (red.) 17/10/2025
Het vaderland in oorlog. Bezetting, bevrijding en verzet Henk van der Linden & Perry Pierik (samenstellers) 17/10/2025
De feestzaal van mijn ouders. Een Vlaamse familiegeschiedenis Els Snick 17/10/2025
Vrouw en meid. Een geschiedenis van het leven binnenshuis. 1550-1950 Caroline Hanken 17/10/2025
Mathilde van Vlaanderen. Koningin van Engeland, de grootste Vlaming ooit? Marijke Verbeke & Fernand Dacquin 17/10/2025
12345678910...Laatste

Emile Claus. Prins van het luminisme

Johan De Smet
Emile Claus. Prins van het luminisme
Hannibal, 2024, 224 blz., EUR 55,00
ISBN: 9789464941494

Honderd jaar geleden overleed Emile Claus, de schilder die als geen ander zonlicht over het Leielandschap strooide en van het landleven het zwaartepunt van zijn kunst maakte. In de oeuvrecatalogus ontleedt  kunsthistoricus Johan De Smet de picturale evolutie van Claus vanaf zijn academiejaren in Antwerpen, over zijn gloriejaren in Villa Zonneschijn, tot het wegdeemsteren van zijn roem na de Eerste Wereldoorlog. Van jaar tot jaar wordt nagegaan hoe de schilder van traditionele portretten en genretaferelen in een bruinig coloriet, via een door de Fransen geïnspireerd naturalisme, bij een persoonlijke interpretatie van het impressionisme uitkwam, dat door de Belgische kunstwereld tot “luminisme” gedoopt werd. 
Liet men zich vroeger soms laatdunkend uit over het zwichten van Claus voor het succes van zijn goed in de markt liggende kunst, die de landelijke idylle al te zonnig in beeld bracht, dan legt De Smet eerder de nadruk op Claus’ “lenigheid van geest”, diens levenslange en onvermoeibare geestdrift om zich te herbronnen en op zoek te gaan naar nieuwe uitdrukkingswijzen en motieven. Zijn uitgebreide netwerk en buitenlandse reizen hielden de schilder scherp voor de veranderende tijdsgeest, maar deden hem ook beseffen dat de Leiestreek rond Astene zijn uitgelezen biotoop was. In het zompige licht boven de meersen, in de met zon doorspikkelde dreven en met sneeuw bedekte landschappen, in de  lange schaduwen, de weerspiegelingen op het water en de kleuren van zijn tuin, vond Claus alles wat hij nodig had om zijn liefde voor de natuur te verbeelden. Toen hij omstreeks 1890 de winters in Parijs doorbracht schreef hij aan zijn vriend Albijn Van den Abeele dat zijn schilderijen hem “hier in Parijs menigmaal terugbrengen in ’t vette Vlaamsche land; daar alleen kan en wil ik borstelen”. Dat Claus oppervlakkig was en voorbijging aan de armoede van het landvolk klopt ook niet, zo blijkt uit getuigenissen van gulle schenkingen die hij deed. Claus wou echter geen aanklager zijn, maar een pleitbezorger van het platteland als oord van schoonheid, rust, eenvoud en respect. Toen hij in de oorlog naar Londen verhuisde was het voor hem als buitenmens dan ook niet eenvoudig om zijn draai te vinden, maar eenmaal gesetteld in een atelier met uitzicht op de Thames was hij weer gelanceerd voor ontelbare studies van licht en water, in het spoor van voorgangers als Turner en Monet. Veel aandacht besteedt De Smet ook aan Claus’ doordachte composities en hoe hij daarin groeide, naar zijn gedoseerd toepassen van de impressionistische stippen- en vlekkentechniek, naar het slim aanwenden van het tegenlicht en zijn bezetenheid omtrent de kwaliteit van de olieverf. Voor biografische anekdotes ben je in dit boek niet aan het juiste adres, maar des te meer voor een grondige doorlichting van Claus’ oeuvre. Details over zijn contacten, tentoonstellingen en reizen vind je in de biografie achteraan de catalogus. 
Na honderd jaar blijkt Claus een van de sterkhouders van de Belgische kunst te zijn en een die op geen enkele manier aan het zo graag aangehaalde “Belgische surrealisme” kan gekoppeld worden. Daarvoor was de man te veel opgetrokken uit de aarde en het water van de Leiestreek tussen Deinze en Gent. In een tijd waarin het landelijke steeds meer de plaats ruimt voor bebouwing, voeden Claus’ taferelen meer dan ooit het heimwee naar plekken waarin mens en natuur in symbiose leven.

[Sabine Alexander - 24/10/2024]