Van de hand van Ewoud Sanders verscheen een lezenswaardig boek met de niet mis te verstane titel "Jood". De vergeten geschiedenis van een beladen woord. Vorig jaar publiceerde hij een boek over het n-woord. Het onderliggende woord is misschien wel het beste geïllustreerd door de spellingswet, die vooropstelt dat het woord met een kleine letter geschreven moet worden als het om religie gaat, en met een hoofdletter als het om een volk handelt. Bij Joden/joden valt het een echter niet los van het andere te zien, want ze zijn eeuwenlang een volk geweest dat door religie gedefinieerd werd.
Daarmee paste de Jood/jood niet in de bekende vakjes. We verdelen de mensheid in volken waar je affiniteit mee hebt en volken waarbij je dat gevoel niet hebt, en in godsdiensten die je begrijpt en die je niet begrijpt. Het bestaan van Joden problematiseert dat soort handige verdelingen. Dat maakt het jodendom lastig, althans voor niet-joden/niet-Joden, aldus schrijver.
Zijn boek blijft lichtvoetig en prettig om lezen. Beginnend met het Bijbelverhaal over Juda, de naamgever van de stam Juda, die in de vroege IJzertijd leefde rond Jeruzalem, en met een korte stop bij de valse beschuldiging dat “de” Joden Christus hadden vermoord, komt Sanders al vlug uit bij het soort informatie waar hij goed in is: de geschiedenis van Nederlandse woorden uit de afgelopen twee, drie eeuwen.
Niet bepaald een vrolijk verhaal. Joden golden voor de Tweede Wereldoorlog als Christusmoordenaars, woekeraars en machtswellustelingen. Eigenlijk waren ze vooral dat wat andere mensen hen het liefst in de schoenen schoven. Die vooroordelen vormen loodzware materie maar Sanders presenteert het in een hoog tempo. Er komt van alles langs. Om te beginnen een heel gamma uitdrukkingen zoals ‘twee Joden weten wat een bril kost’ en ‘hij is er gezien als een varken in een jodenkerk’. Andere uitdrukkingen worden nog steeds gebezigd, zoals ‘Hamas, Hamas, alle Joden aan het gas’.
Een van de meest interessante hoofdstukken is de evolutie van het woord ‘Jood/jood’ in de opeenvolgende generaties Dikke Van Dale. Je komt er allerlei soorten uitdrukkingen tegen die er hun uitleg krijgen en evolueerden in de tijd. Enkele voorbeelden: jodenfooi, kankerjood, smous, spekjood, woestijnpas... Dat joden/Joden thuis zouden spreken van “christenhonden” was, uiteraard, een christelijk vooroordeel.
Met literatuurlijst en personenregister.