Patrick Lateur trakteerde ons recentelijk op een prachtige integrale Aischylosvertaling, die smaakte naar meer. En jawel, hij nam nu ook de drie bekendste tragedies van Sofokles onder handen, met hetzelfde doel voor ogen: een Nederlandse leestekst aanbieden die nauw aansluit bij de Griekse verzen.
De tragedies “Koning Oidipous”, “Oidipous in Kolonos” en “Antigone”, vormen samen een drieluik over de stad Thebe en de nakomelingen van Labdakos. In “Koning Oidipous” ontdekt Oidipous dat hij ongewild zijn vader heeft gedood en met zijn moeder is getrouwd, wat leidt tot zijn zelfgekozen blindheid en verbanning uit Thebe. In “Oidipous in Kolonos” zwerft de blinde Oidipous naar Kolonos, een gehucht in de buurt van Athene, waar hij verzoening zoekt en sterft onder de bescherming van de Atheense koning Theseus. In “Antigone” keert de tragedie terug naar Thebe, waar Oidipous' dochter Antigone zijn dood betreurt en, tegen de wil van koning Kreon, haar gesneuvelde broer Polyneikes een begrafenis geeft. Haar daad van trouw en verzet leidt tot haar eigen dood en zet de keten van rampen binnen de koninklijke familie verder.
Zo onderzoeken de drie werken samen het onontkoombare lot, familiebanden en de spanning tussen menselijke wetten en morele plichten. Omwille van die universele thema’s blijven de tragedies relevant en vragen ze geregeld om een nieuwe vertaling. Vertalers als Burgersdijk, De Waele, Pieters, Koolschijn, van Dolen en Boonen hebben zich in het verleden gewaagd aan de vertaling van een of meerdere werken van Sofokles. Nu is het de beurt aan veelvertaler Patrick Lateur.
Lateur levert opnieuw een meesterwerk af. Hij slaagt erin om de poëtische kracht van Sofokles te behouden, zonder in te boeten aan leesbaarheid of authenticiteit. Als Oidipous zichzelf introduceert met “Mijn naam is Oidipous, mijn faam kent iedereen” klinkt dit niet alleen vlot en poëtisch, het geeft ook weer wat er staat in het Grieks (ὁ πᾶσι κλεινὸς Οἰδίπους καλούμενος).
Lateur behoudt in de dialogen het jambische metrum en laat de personages zowel plechtig als levendig klinken. Hij kiest zijn woorden zo zorgvuldig dat het lijkt alsof hij eerst kan loskomen van het Grieks, om dan met een even sterke literaire schoonheid in het Nederlands naar het Grieks terug te keren. Zo geeft hij Antigone’s woorden οὔτοι συνέχθειν, ἀλλὰ συμφιλεῖν ἔφυν prachtig weer als “Met hen deel ik de liefde, niet de haat. Zo ben ik.”
Net zoals bij zijn vertaling van Aischylos, zet Lateur de koorpartijen en treurzangen om in vrije verzen. Zijn Nederlands lijkt soms eenvoudiger dan het Grieks, maar klinkt even klankrijk en ritmisch, bijvoorbeeld wanneer hij het koor laat zingen: “Ik wou een duif zijn / snel als de wind / onstuimig als de storm / en in de hoge hemel uit een wolk / mijn ogen laten gaan / over de gevechten.”
De opbouw van elke tragedie geeft Lateur vooraf weer, zodat hij die structureringen kan laten vallen in de vertaling. Op de vertaling volgen, vers per vers, veel boeiende aantekeningen, die helpen bij het tekstbegrip en de interpretatie van de verzen. In een nawoord geeft Lateur ook een heldere situering van Athene en de tragedie in de vijfde eeuw, het huis van Labdakos en de vier Thebaanse hoofdrolspelers. Hij geeft een korte inleiding op de dichter Sofokles en zijn andere werken, en bespreekt zijn taal en stijl.
Lateurs uitgave resulteert zo in een prachtige combinatie van literaire schoonheid, getrouwe interpretatie en toegankelijkheid. Puur leesgenot.