Tussen het einde van de 4de en het begin van de 6de eeuw desintegreerde in Noordwest-Europa het Romeinse Rijk, dat daar vier eeuwen politieke eenheid en gezag belichaamde. Het West-Romeinse rijk transformeerde in Germaanse vorstendommen, waarvan er maar één standhield tot het einde van het 1ste millennium. Voor die veranderingen worden sinds het einde van de 18de eeuw de Germaanse migraties verantwoordelijk geacht, die naargelang het perspectief als ‘Germanische Wanderungen’ dan wel als ‘Invasions germaniques’ worden bestempeld. Politici die niet schuwen de geschiedenis te gebruiken, spreken zonder enige kennis van zaken over de val van Rome door de ‘barbaarse’ volksverhuizingen en bezondigen zich nogal gemakkelijk aan parallellen met de actualiteit.
Dat de historische werkelijkheid genuanceerder was, toont Jeroen Wijnendaele mooi aan in ‘De wereld van Clovis. De val van Rome en de geboorte van het Westen’. De auteur is oudhistoricus aan de Universiteiten van Bonn en Gent en specialist in de geschiedenis van het Laat-Romeinse Rijk, waarover hij eerder al ‘Romeinen en barbaren’ schreef (2013).
Wijnendaele beschrijft stapsgewijs de transformatie van de laatantieke naar de vroegmiddeleeuwse wereld met bijzondere aandacht voor de geschiedenis van de Franken en met als culminatiepunt de heerschappij van Clovis (ca. 481 – ca. 511). Het boek is geen biografie over Clovis. Daarvoor is het bronnenmateriaal te fragmentarisch, te incoherent en te mager. Het contrast tussen Clovis’ verwezenlijkingen en wat we over hem weten is ontnuchterend: in amper twee decennia veroverde hij het leeuwenaandeel van Gallië, bekeerde zich tot katholicisme en legde de grondslag voor het meest duurzame rijk in West-Europa. Wijnendaele focust op de geboorte van het Westen in de wereld van Clovis.
Hij gaat chronologisch te werk. Hij nuanceert de Germaanse dreiging, met daarin de bescheiden rol van de Franken, voor het Romeinse rijk in de 3de eeuw (hoofdstuk 1), laat zien hoe Germanen en Romeinen in de 4de eeuw een complexe interactie onderhielden (hoofdstuk 2) en beschrijft genuanceerd het machtsvacuüm gedurende de 5de eeuw (hoofdstuk 3). Vervolgens verhaalt hij in de uitgebreid beschreven geopolitieke context de bescheiden opkomst van de Franken (hoofdstuk 4) en de komst van Clovis, het karakter van zijn macht en de vestiging van een Frankisch rijk (hoofdstuk 5 en 6). Clovis’ erfenis bestond eruit dat Merovingisch Gallië met zijn eigen specifieke kenmerken volledig los van het keizerrijk kwam te staan (hoofdstuk 7). In de conclusie demythologiseert hij nogmaals Clovis als ‘eerste katholieke koning van Frankrijk’, maar wijst op zijn verdienste als de grondlegger van een Frankisch rijk los van Rome dat tot dan toe altijd al het referentiepunt was geweest.
Wijnendaele combineert op erudiete wijze historische en archeologische gegevens en doorploegde een heel arsenaal van fragmentarische bronnen en recente literatuur. Zwart-witkaarten in het werk, een kleurenkatern van uitgezochte en goed geduide illustraties en achteraan noten, een tijdlijn, een overzicht van mogendheden en hun heersers, een namenregister, een wegwijzer in de literatuur, bronnen en bibliografie vervolledigen dit zeer degelijk werk, dat historische mythes doorprikt en recente inzichten over de transformatie van de oudheid naar de vroegmiddeleeuwse wereld ontsluit voor een breed publiek.