Minuscula is Latijn voor ‘kleinigheidjes’. Classicus en vertaler- dichter Patrick Lateur (Beveren-Leie, 1949) brengt in de bundel een verzameling korte gedichten in vijf cycli die eveneens een Latijnse benaming krijgen: Spiritualiter, Ambulans, Hortulus, Itinerans en Ritualiter (vrij vertaald: Spiritueel, Wandelend, Tuintje, Op reis, Rituelen). Naar vorm houdt de dichter zich aan de regel van de klassieke haiku van vijf-zeven-vijf lettergrepen, zonder deze als haiku te benoemen. Dit laat hem toe om elke “haiku” een titel mee te geven. Deze duidt het gedicht en, omgekeerd vormen de verzen een toelichting bij het behandelde onderwerp (telkens 1 begrip). Zonder titel zouden diverse gedichten moeilijk te begrijpen / te situeren zijn. Thematisch zijn de natuur, historische gebeurtenissen, geografische onderwerpen en zelfintrospectie de thema’s van de bundel. De natuur wordt op het lyrisch ik betrokken en referenties naar de Grieks-Latijnse mythologie zijn de classicus niet vreemd: Narcis – ‘Ik, lentebode / houd stand, spiegel me in mij. / Geen stormwind stoort me. ‘ (p.8) , Denkend aan Sapfo – ‘Niet te vergeten, / laag en binnen handbereik, / één tak, twee appels. ‘ (p.9) In de cyclus ‘Ambulans’ komen steden en gemeenten of andere geografische elementen (vb. rivieren) aan bod: De Haan – ‘Bruisend de branding. / Eindig in oneindigheid / van lucht en water. ‘(p.19). Merksplas ‘Hei en wei in mei. / De Mark kromt van ven naar plas. / Ik zomp en verzand.’ (p.21). In het laatste gedicht van de vierde cyclus ‘Itinerans’ verzucht de dichter op het einde van het kalenderjaar in Rome: Overjaren – ‘Tussen kerst en nieuw / in de Urbs van eeuwen oud / tel ik mijn jaren.’ (p;45).
Door het gebruik van de haiku zijn de gedichten minimalistisch van vorm, maar rijk aan inhoud. Minimalistisch zijn tevens de verluchtingen van Anne Van Herreweghen, z/w-lijntekeningen met een enkele karmijnrode toets, welke deze zachtmoedige bundel ‘Minuscula’ ondersteunen.