Tientallen jaren studie en voorbereiding besteedde de Amerikaanse historicus Robert Paxton aan zijn boek over het fascisme. Het resultaat is “De anatomie van het fascisme”, een helder, handzaam en overzichtelijk boek over het fascisme met een essayistische aanpak.
Staat het spook van deze extreemrechtse ideologie weer voor de deur? Je zou het bijna gaan geloven. In elk geval is de term als scheldwoord weer helemaal terug, en niet alleen in wilde discussies op tv en op internet. Van zodra je niet akkoord gaat met je tegenstander zijn de woorden fascist en racist nooit ver weg. Het probleem met deze etikettenplakkerij is dat historici het nog steeds niet eens zijn over een sluitende definitie van wat fascisme nu eigenlijk is. Nationalisme, intolerantie en autoritair leiderschap moeten een plaats krijgen, dat is wel duidelijk. Maar welke elementen mogen verder niet ontbreken? Is het fascisme een revolutionaire of juist een conservatieve beweging? Zijn het Duitse nationaalsocialisme en het Italiaanse fascisme in essentie aan elkaar gelijk of verschillend?
In zijn boek, dat oorspronkelijk in 2005 in het Nederlands verscheen, schrijft Paxton dat het vrijwel onmogelijk is om het verschijnsel onder één noemer te brengen, omdat het fascisme in verschillende fasen van zijn historische ontwikkeling fundamenteel van karakter is veranderd. Het grootste deel van het boek wordt in beslag genomen door het in kaart brengen van deze fasen. Paxton heeft zijn onderwerp terug in de politieke geschiedenis geplaatst. Op een verhelderende, leesbare wijze neemt hij zijn lezers bij de hand en bespreekt die vijf fasen van de fascistische ontwikkeling: het ontstaan van de beweging, het wortel schieten in het politieke systeem, de greep naar de macht, het uitoefenen van de macht en tenslotte de lange termijn waarin een fascistisch systeem radicaliseert of afsterft. Hij onderzoekt waarom het fascisme in het ene land wel de macht kon grijpen en in het andere niet. Steun van conservatieve partijen bleek hierbij van essentieel belang. Alleen Hitlers Duitsland en Mussolini’s Italië hebben die vijf fasen met ‘succes’ doorlopen.
Paxton heeft een duidelijk morele bedoeling met zijn boek: de fasen zijn mede bedoeld als hulpmiddel om hedendaagse fascistische gevaren te onderkennen. De meeste aandacht besteedt hij aan het klassieke fascisme in Duitsland en Italië. Aan het einde van zijn boek neemt hij ook hedendaagse populistische bewegingen in ogenschouw.
En Paxton betoogt dat we nog niet verlost zijn van de ‘belangrijkste politieke innovatie van de 20ste eeuw. Het fascisme is de schaduw van de democratie’.
Met een welgekomen bibliografisch essay, eindnoten en register. Degelijke leesletter. Deze tweede druk heeft nog niets van zijn actueel-historische waarde ingeboet.