Van de bekende Engelse historicus Dan Jones werd zijn ‘The Hollow Crown’ (2014) vertaald in 2021 als ‘Gevecht om de troon. De Rozenoorlogen en de opkomst van de Tudors’. Daarvan verschijnt nu een derde ongewijzigde druk in paperback onder een nieuw ISBN-nummer.
Jones eindigde zijn ‘Vorsten van Albion’ (2020/2025) met de afzetting van de despotische Richard II (1399) en de machtsgreep van Hendrik Bolingbroke/ IV uit de jongere tak Lancaster van het huis Plantagenet. In ‘Gevecht om de troon’ behandelt hij dan de 15de eeuw, waarin verschillende takken uit het huis Plantagenet elkaar gedurende een kleine eeuw voortdurend de Engelse troon betwistten. De tweede helft van de 15de eeuw ging de Engelse geschiedenis dan ook in als de tijd van de Rozenoorlogen (1455-1485), omdat de grote rivaliserende takken Lancaster en York een rode, respectievelijk een witte roos in hun wapenschild voerden. In minder dan een halve eeuw ging de kroon maar liefst vijf maal over in handen van een ander huis. Een verre verwant uit de tak Lancaster, Hendrik Tudor, slaagde erin de troon te veroveren en huwde een afstammelinge uit het huis York. Hij liet zich kronen als Hendrik VII. Dit was het begin van de Tudor-dynastie (1485-1602).
Net als in zijn vorige werken vertelt Jones een chronologisch verhaal en vult dit aan met anekdotes. Ook al is dit een werk gericht op een breed publiek, toch verdient het om meer dan een reden aandacht. Vooreerst omdat er in het Nederlands geen recente degelijke overzichten beschikbaar zijn van deze voor de Engelse geschiedenis cruciale periode, die via de koningsdrama’s van Shakespeare behoren tot Engelands collectieve geheugen. Verder omdat deze periode onmisbaar is om de psychologie van de Tudors en hun paranoia te begrijpen. Jones begint dan ook met de terechtstelling van Margaretha Pole, de laatste afstammelinge van de aristocratische families met meer Plantagenetbloed dan de regerende Hendrik VIII. Ten slotte omdat hij het eenvoudig narratief van de Rozenoorlogen en de mythologisering door de Tudors problematiseert: twee oorlogvoerende families die zich uiteindelijk verzoenden, tot in de symboliek van de Tudor-roos met wit hart en rode krans.
Dan Jones wil de geschiedenis vertellen zonder die vertekenende bril van de Tudor-historiografie. Hij wijst er op dat het Engelse bestuurssysteem robuust genoeg was om met een minderjarige koning om te gaan, maar niet met een volwassen zwakzinnige koning, Hendrik VI, die zijn rol niet speelde. Verder dat de machtsgreep van het huis York, die leidde tot een tijdelijke succesvolle revival onder Edward IV van York, een legitimiteitscrisis met zich meebracht. Daardoor durfde de jongste broer van Edward IV, de bekende Richard III, zijn neefjes, de Yorkprinsjes in de Tower, opzij te schuiven. Dat gaf de Tudors, de tak met het minste Plantagenetbloed, dan weer het voorwendsel om Richard III te bestrijden en hun eigen koninklijke dynastie te vestigen. Alleen de chaos van de 15de eeuw gaf de Tudors de opportuniteit om hun rivalen uit de weg te ruimen en hun positie te consolideren.
Jones schrijft verhalend en meeslepend. Het boek bevat de nodige kaarten en stambomen vooraan, een kleurenkatern met illustraties van de relevante protagonisten en achteraan een bibliografie en een register. Dit werk vormt een vierluik met ‘Vorsten van Albion (2020/2025), ‘Het verdeelde koninkrijk (2022) en ‘Hendrik V’ (2025).
|