Het sprankelend geschreven boek Wisselwachter van de Nederlandse historicus Geert Mak volgt de Verenigde Staten van Amerika tijdens de twee grote uitdagingen in haar geschiedenis van de 20ste eeuw: de crisis van de jaren 1930 en de daaropvolgende Tweede Wereldoorlog. Mak doet dat met twee hoofdpersonen: president Franklin D. Roosevelt en vooral zijn rechterhand Harry Hopkins. Eleanor Roosevelt en Winston Churchill hebben de belangrijkste bijrollen.
Hopkins is de meest onbekende en meest onwaarschijnlijke van de sleutelfiguren. Hij had als gedreven maatschappelijk werker naam gemaakt met armoede- en werkloosheidbestrijding in New York. Hopkins oogde chaotisch, kleedde zich beroerd, sprak vaak in grove bewoordingen en leek hyperactief. Niet het soort type die je de organisatie en de ongekende budgetten toevertrouwt voor de lancering van de New Deal in 1933, toen Roosevelt president werd. Op een bepaald moment was Hopkins de grootste werkgever van het land — massale tewerkstelling door de overheid (‘Wie zich buitengesloten voelde, moest er weer bij horen’). Voor alles moest je bij hem zijn. Hopkins was de wisselwachter. De man die de geschiedenis een beslissende kant uitstuurde, zoals een spoorwegarbeider die in vroegere tijden treinen letterlijk een andere kant deed rijden door de spoorwissels te verleggen. Hopkins was de man zonder wie de New Deal (tegenstanders spraken soms minachtend van ‘Jew Deal’), het programma dat de VS economisch nieuw leven inblies, misschien helemaal geen succes was geweest, en zonder wie de Tweede Wereldoorlog hoogstwaarschijnlijk een ander verloop gekend had. Dat erkenden ook de twee geallieerde leiders Jozef Stalin en Churchill, die met Hopkins een nog betere band hadden dan met Roosevelt zelf. Stalin had meer vertrouwen in Hopkins dan in de Britse en Amerikaans bewindvoerders.
Hopkins was zonder meer een plaatsvervangend president. Iedereen wist dat als je Hopkins aan de telefoon had, dan had je de president aan de telefoon. Hij voelde exact aan wat Roosevelt bedoelde. Hij kwam met een briljant maar onaf idee, waarop Hopkins meteen naar de kern ging, en zei: dat gaan we zo aanpakken, en daarvoor hebben we die nodig. Het was ook Hopkins die er in een mum van tijd in slaagde om de Amerikaans economie naar een oorlogseconomie te doen omschakelen: autofabrieken werden vliegtuighallen. Hij werd Amerika’s oorlogsmanager bij uitstek. Hopkins had een briljant analytisch vermogen en leerde verbluffend snel.
Voor Roosevelt heiligde het doel alle middelen, inclusief de nodige leugens. Zo beweerde hij dat Japan en Duitsland hun militaire operaties in 1941 uitvoerden ‘volgens een gezamenlijk plan’. De verantwoordelijkheid voor Pearl Harbor lag volgens de president dan ook bij Hitler. Pure nonsens. De Duitsers waren zelfs niet op de hoogte van de Japanse aanval op Hawaï. In mei 1940 was 90 % van de Amerikanen nog tegen inmenging in de oorlog, en waren ze voorstander van het isolationisme. Hieraan wilde Roosevelt graag een en ander veranderen. Een heilige was hij niet bepaald. Het lot van de Joden leek hem nauwelijks te raken. Tot diep in 1944 was een fervente antisemiet verantwoordelijk voor de immigratie van Joodse vluchtelingen. Lange jaren weigerde Roosevelt hem van de hand te doen. Als het erop aankwam kon hij mensen en idealen als een baksteen laten vallen. Dat overkwam ook Hopkins die zich letterlijk dood had gewerkt en in februari 1945 wegens totale uitputting ontslag vroeg. Roosevelt liet hem van vandaag op morgen vallen, en keek niet meer naar hem om. In januari 1946 overleed Hopkins maar ‘zijn’ president bezweek al eerder (april 1945).
Het boek bezorgt ons een onderhoudende, leerrijke en met spitsvondige anekdotes doorschoten geschiedenis van de VS tussen 1933 en 1945. Geert Mak toont zich andermaal een uitstekend verteller. Met bibliografie, eindnoten en register.