Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.

Zoeken  Genre 

 TitelAuteurDatum
Na de oorlog. Twaalf vertellingen (vert. Irving Pardoen) Graham Swift 19/08/2025
Een Venetiaans spel (vert.: Anda Schippers) Philip Gwynne Jones 18/08/2025
Asfalt Niels van Droogenbroeck 18/08/2025
De weemoed van de reiziger. 14 plekken, 14 verhalen Jan Brokken 18/08/2025
Hoe word ik een leuk oud mens? Kolet Janssen 18/08/2025
Waar gaat het heen? En wat kan ik doen? Lucas De Man 18/08/2025
Rebecca (vert. J.N.C. van Dietsch) Vijfde druk Daphne Du Maurier 18/08/2025
Notities voor John (vert. Koos Mebius) Joan Didion 18/08/2025
Tandenjager Auke Hulst 18/08/2025
Het jaar van de kogelvis Jos Pierreux 18/08/2025
Het geschenk Gaea Schoeters 18/08/2025
Barre zomers Guy Prieels 18/08/2025
De zomer van 1945. Van de Alpen tot de Stille Oceaan: het dramatische eindspel van de Tweede Wereldoorlog in acht capitulaties James Holland en Al Murray 30/07/2025
Pop Models. Vrouwen in de Europese pop art Julia Dijkstra, Feico Hoekstra, Rosemarie Buikema en Maaike Meijer 30/07/2025
Betoverd door begeerte. Liefde en lust in de wereld van Bijbel en oudheid Daniël De Waele 30/07/2025
De laatste dagen van Barbarije. Hoe piraterij verdween van de Middellandse Zee Erik de Lange 30/07/2025
Krijgstoneel van Europa. Tijdgenoten over het Beleg van Breda. 1624-1625 Paul Hulsenboom 30/07/2025
De kunst van het oorlog voeren. L’arte della guerra (vert. Hakan Sönmez) Niccolò Machiavelli 30/07/2025
Een verhaal van twee geliefden. De erotische novelle van een renaissancepaus Tom Ingelbrecht (ed.) 30/07/2025
Ubbi de Fries. Scheldevikingen in het grote heidense leger Luit van der Tuuk 30/07/2025
12345678910...Laatste

Achter het glas

Onno Kosters
Achter het glas
Atlas Contact, 2025, 95 blz., EUR 22,99
ISBN: 9789025476885

Breed uitdijende gedichten wisselen in ‘Achter het glas’ van Onno Kosters af met korte, apart staande verzen. Het 5 pagina’s lange openingsgedicht  ‘Zo (De onbesloten ruimte) zet meteen de context in perspectief voor de gedichten die verder zullen volgen. ‘Vandaag is iedereen buiten’ staat er te lezen. Een moslimvrouw, een man die in zichzelf gekeerd de hoek omslaat, een vrouw die als ‘twee druppels elixer’ op zijn moeder gelijkt, en de weg kwijt is geraakt (heel suggestief hier de toevoeging: ‘maar alleen letterlijk lijkt het’), en verder een fietser aan de foute kant van het rijpad, een vader, ‘ met twee kinderen / in de leegte tussen twee scholen’, en, met een reminiscentie aan Van Ostaijen, ‘een heer / die de straat afdaalt / een heer die de straat opklimt / twee heren die dalen en klimmen’. Intrigerend aan het gedicht is de manier waarop uit het veelvoud van indrukken de persoonlijke herinnering van de jij aan bod komt in het slotgedeelte van het gedicht waarin ‘de oversteek’ wordt gemaakt naar ‘huizen waar geen licht brandt, / alarm dat afgaat in het huis / waar iemand thuis is.’  
In ‘Dezer dagen’, het erop volgende gedicht dat gespreid over 9 pagina’s de sfeer verder concretiseert,  worden verder indrukken verzameld, ‘alsof je er niet bij bent / gaat het leven ‘s ochtends aan en ‘s avonds uit’. Weer maken andere dichters hun opwachting hier, Herman Gorter onder meer  (‘’in den heeten nacht’, ‘in de domm’lende verte’). Met het titelgedicht ‘Achter het glas’ suggereert Onno Kosters waar het hem om te doen is: ‘Niets zal ons nog raken / achter het klare kogelwerends / waar we ons voor bevinden.’ (p. 23) Binnen deze optiek creëert Kosters in zijn bundel een spanningsveld tussen aanwezigheid in het drukke bestaan (zie bijvoorbeeld de autorit naar Berlijn, of het rondtoeren met de gps-stem als begeleiding) en het terugplooien op zichzelf. Ik verwijs hier naar het gedicht ‘De smidse van zijn ziel’’, waarin de discrepantie in het waargenomen straatbeeld centraal staat: aan de ene kant de laadpalen voor de bolides, ‘kortgehouden mustangs’, aan de overkant ‘vehikels van ander kaliber’ met huizen in verval en ‘flitsbezorgers buurtbewoners zwerfbastaarden’. De hij besluit : ‘Binnen zijn binnenst / dat een aambeeld is, / waarop voor de miljoenste maal / het roodgloeiend klaterlacht, klaarligt’ (p. 31) Of neem dit deelgedicht uit het langere gedicht ‘Het ontwerp’: ‘Je verdwijnt / net achter een kast / als ik voor het eerst // jou zie en dat is het eind, / die verdwijning / de verschijning // die alles in gang / in je schaduw stelde // Ontwierp wat ik blijf zien’. Veel wordt gezegd in dit mooie gedicht, maar evenveel wordt verzwegen. Een bezoek aan de kermis brengt de jij naar de attractie waarbij waaghalzen met hun Nortons tegen de steile wand oprijden met ‘banden die bonken over buigende duigen’, en – zo ervaart de jij het gebeuren – : ‘het is de woede van de wereld waar je / doorheen moet. Doorheen de woede, doorheen / de wereld en als je jezelf tot staan hebt gebracht: / doorheen het finishlint van de kermisnacht.’( (p. 45) Een uitgesproken engagement spreekt dan verder uit een gedicht als ‘De gierzwaluwen’, over het ‘steeds geringer aantal vogels / die alles vliegend doen behalve nestelen en vallen. En hoe – / schuinduikend steilstijgend scherpscherend // alsof ze een fossiel geworden slagzin imiteren.’ (p. 54) Treffend hier hoe de neologismen bijna letterlijk de vlucht van de vogels evoceren. In het slotdeel van de bundel staan heel persoonlijk ingekleurde gedichten, ober meer ‘Het leven dat doorgaat en het leven dat niet (IV)’, een IM-gedicht voor Casper, met een reminiscentie aan Dante: ‘twintig jaar geleden / dat je het verliet, / een duister woud inliep, // een barre weg / de diepte in, / varend latend alle hoop.’ (p. 80)
‘Achter het glas’ getuigt, mede door de totaal eigen toonaard van de gedichten, van het tot volle ontplooiing gekomen dichterschap van Onno Kosters.

[Jooris van Hulle - 01/07/2025]