In 1879 —zes jaar vooraleer hij Congo in handen kreeg— lanceerde de Belgische koning Leopold II een even ambitieus als absurd plan om de rijkdommen van Afrika te plunderen. Hij vroeg zich af hoe hij of liever zijn huurlingen het ivoor en andere kostbaarheden over het continent konden transporteren met de hulp van olifanten? Maar dan moesten deze majestueuze dieren wel getemd kunnen worden. Daarop gaf de Belgische vorst aan de Ierse avonturier opdracht om vier tamme Aziatische olifanten van India naar de Oost-Afrikaanse kust te verschepen, vanwaar ze landinwaarts richting Congo werden gedreven. Het ultieme doel: een opleidingsschool oprichten voor Afrikaanse olifanten. Na veel chaos, moeilijkheden, mishandelingen en terreur slaagde het opzet.
Het idee om een olifantenschool op te richten bleek niet nieuw, want er waren in andere delen van het continent al pogingen ondernomen. De olifantenjagers gingen als volgt te werk: een ruiter reed de savanne op en zodra hij een kudde met kleintjes in het oog kreeg, schoten de mannen in de lucht om de olifanten op te jutten en een kalfje van zijn moeder te scheiden. Daarna renden de mannen achter het babyolifantje aan en bonden het vast aan een boom. Als de moeder haar kleintje bleef verdedigen, werd ze doodgeschoten. Later kozen de jagers voor een andere aanpak en werden er tamme olifanten als lokmiddel ingezet. Het duurde niet lang voor de olifantenvangst een van de ‘opkomende industrieën in de Congo’ werd genoemd.
Lezers die begaan zijn met het leed van dieren, zullen het moeilijk hebben om dit boek te lezen. Zelf heb ik het ook herhaaldelijk terzijde moeten leggen.
De ervaren reisgids en historica Roberts volgde het spoor van deze vier olifanten en reconstrueert in haar boek het verhaal van deze lang vergeten expeditie. Ze dook hiervoor in archieven en confronteert ons met onze verstoorde relatie met dieren.
Het resultaat is een schitterend, intelligent en aangrijpend boek over koloniale hebzucht, menselijke onbekwaamheid, hypocrisie en waanzin.
Met illustraties, kaartjes, een Wie is wie-lijst, eindnoten, een beperkte bibliografie en register.