Tot de bekendste schilderijen van de Vlaamse Primitieven behoort zeker het meesterwerk van Jan van Eyck dat de aanbidding door kanunnik Joris van der Paele van Jezus voorstelt, zittend op de schoot van zijn moeder Maria in aanwezigheid van zijn patroonheilige Joris en de H. Donaas, patroon van Brugge, van het latere bisdom Brugge en van de hoofdkerk in dezelfde stad. En dit alles werd omringd door voorstellingen met een overvloedige diepgaande symboliek. Dit grote paneel uit de jaren 1434-1436 is uiteindelijk in het Brugse Groeningemuseum terechtgekomen. Over dit werk werd al menig boek en artikel gepubliceerd. Toch bleven velen op hun honger zitten wie eigenlijk die ‘beroemde’ kanunnik was, die zo’n meesterwerk als grafepitaaf bestelde en bekostigde en dan nog bij de grootmeester Van Eyck. Uiteraard waren in het verleden al studies over hem verschenen, onder meer door prof. Raphaël De Keyser in het vijfde deel van het Nationaal Biografisch Woordenboek. Die gegevens, hoe nuttig ook, bleven vrij summier. Velen vragen over deze man bleven bestaan. Historicus Hendrik Callewier, verbonden als hoofd van het Rijksarchief in Brugge en Kortrijk en docent aan de KULAK, ondernam een ware zoektocht in vooral archieven in binnen- en buitenland en kon werkelijk een uniek aantal nieuwe gegevens over deze kanunnik samenbrengen. Zo weten we nu zeker dat hij in Brugge is geboren, wie zijn ouders en familie waren, in welke context hij studeerde en leefde, hoe hij in Rome verzeild geraakte, over zijn kennissenkring, zijn benoemingen en vernemen we meer over zijn reizen naar onder meer Maastricht, Utrecht en Rome. Daar bekleedde hij steeds voorname functies en werd als het ware een vertrouweling van de paus, en dit in een woelige tijd zeker wat de Kerk betrof. In zijn functie ontving hij vele prebenden, kanunnikentitels en ongetwijfeld een fortuin. Hoe zou hij anders nogal wat schenkingen aan Sint-Donaas (en andere kerken) hebben kunnen doen en dit fenomenale paneel bij Van Eyck hebben betaald. We vernemen meer over zijn werk aan het pauselijke hof, over zijn rol in enkele niet onbelangrijke concilies en over zijn verblijven in de steden Sint-Omaars, Maastricht, Utrecht, Rome en uiteraard Brugge. “De ijdelheid van de kanunnik “ is een integrerend verhaal, een boeiende en uitermate interessante biografische studie, gesitueerd tegen de achtergrond van het Westers Schisma en andere gebeurtenissen in de eerste helft van de vijftiende eeuw, gecomponeerd rond een figuur die dankzij zijn ijdelheid (bijna) wereldberoemd is geworden.
De vlot geschreven tekst werd uitgegeven in een handig boek. Handig omdat het gemakkelijk te lezen is terwijl je je in een zetel nestelt en het als het ware als een detectiveroman in één ruk wilt uitlezen. Toch is het ook een wetenschappelijke studie, hoewel de auteur koos ervoor om geen voet- of eindnoten te gebruiken om de leesbaarheid te bevorderen. Hij is daar zeker in geslaagd. Achteraan het boek zijn de door hem gebruikte boeken en artikels keurig per hoofdstuk opgelijst. Intussen verschijnen in enkele afleveringen in het West-Vlaamse tijdschrift Biekorf een wetenschappelijke artikelenreeks over deze kanunnik en is een grondige wetenschappelijke studie in voorbereiding. We kunnen verder het verhaal volgen via een tijdslijn en krijgen een overzicht van de pausen met data die een rol spelen. Het boek sluit perfect af met een noodzakelijke personen- en plaatsnamenindex. Het is geen kunstboek met een overvloed aan illustraties op de volle bladzijden afgedrukt. Dit is ook niet nodig in zo’n uitgave. Maar op de juiste plaats werden de noodzakelijke afbeeldingen perfect en correct toegevoegd. De fraaie vormgeving van het boek sluit mooi aan bij hoge inhoudelijke kwaliteit van deze uitgave. Warm aanbevolen!